Over de dingen van Władysław Szlengel

Voor De Parelduiker schreef ik een essay over een van mijn ‘historische buren’ in Warschau – de Pools-Joodse dichter Władysław Szlengel (1912 of 1914 – 1943). Hij woonde vlakbij ‘mijn’ IJzerstraat, maar dan in een ander tijdperk. Wil je het mooi vormgegeven papieren nummer van De Parelduiker op papier lezen? Je kunt het (jaargang 29, 2024, nummer 5) hier bestellen.

Władysław Szlengel voor een filmaffiche van De graaf van Monte Christo, juli 1930 (Emanuel Ringelblum Jewish Historical Institute [JHI] Collection.

Lees verder “Over de dingen van Władysław Szlengel”

In memoriam: Marian Turski

‘Wees niet onverschillig’. Dat was het levensmotto van de Pools-Joodse historicus, journalist en Auschwitz-overlevende Marian Turski. Hij overleed op 18 februari, 98 jaar oud. Op zondag 23 februari werd hij onder grote belangstelling begraven op de Joodse begraafplaats in Warschau.

Marian Turski (Foto: M. Jaźwiecki / Muzeum Historii Żydów Polskich)

‘Wees niet onverschillig’ – het was de ondertoon van alle gesprekken die je met Marian Turski voerde. Ik leerde hem kennen in de jaren negentig, toen ik cultureel attaché was aan de Nederlandse Ambassade in Warschau.

Lees verder “In memoriam: Marian Turski”

Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha


Het is alweer jaren geleden dat de moeder van mijn toenmalige Poolse geliefde werd begraven. Tot onze verbijstering lag ze opgebaard onder een groot Mariabeeld. Maar de haren rezen ons pas echt te berge toen we haar ten grave droegen. Vanaf de wagen die haar kist naar het graf vervoerde schalde een luid Ave Maria. Niemand had eraan gedacht om deze optie door te strepen toen de uitvaart werd geregeld. Een Ave Maria voor een dame die de Holocaust had overleefd door in 1939 naar de Sovjet-Unie te vluchten, die na de pogroms in Kielce (1946) haar achternaam had veranderd, die nooit iemand zou zeggen dat ze Joods was, al had ze ‘iets wat waardige medeburgers beschreven als ehm’. ‘Het uiterlijk van iemand met, ehm, een bepaalde afkomst. Maar wat voor afkomst? Ehm. Pfff.’

De anekdote herhaalt zich bijna letterlijk in Dingen die ik niet heb weggegooid van de Poolse auteur en grafisch ontwerper Marcin Wicha.

‘En wat doen we met de muziek?’, vraagt de uitvaartbegeleider hem na het overlijden van zijn moeder. ‘Het is een seculiere ceremonie, maar hebben jullie iets tegen Ave Maria?’ Het is ook Wicha die de afkomst van zijn moeder door waardige burgers laat beschrijven als ‘Ehm. Pfff.’ Want Joods kon je in het naoorlogse Polen maar beter niet zijn.

Lees verder “Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha”

Sporen van Sobibor

Velen zoals ik biechtten aan de bomen / smeekten om onthouden te worden. / De bomen hebben het gezien en gehoord / maar volgens gewoonte / bleven ze groeien en groen worden / en zwegen ze. (Halina Birenbaum)


Claude Lanzmann noemde ze in zijn documentaire Shoah ‘non-lieux de mémoire’ – plekken waar de herinneringen geen vat op hebben gekregen. Het voormalige vernietigingskamp Sobibor was in 1985 een idyllisch bos geworden. Het herinnerde in zijn ‘totale nietsheid’ (Lanzmann) op geen enkele manier meer aan de verschrikkingen die zich er hadden afgespeeld.

Lees verder “Sporen van Sobibor”

Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos


Vandaag is het precies 80 jaar geleden dat het ‘Zigeunertransport’ vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrok. Volgende week, op zondag 26 mei, wordt dit herdacht tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma op het voormalige kampterrein van kamp Westerbork. De herdenking begint om 13:30 met een stille tocht. Bij het organiseren van de herdenking werd intensief samengewerkt met de Sinti en Roma gemeenschap. Zij vormen het hart van de herdenking.

Lees verder “Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos”

Een zilveren broche uit Sobibór

Zilveren broche met De Nachtwacht, foto State Museum Majdanek

Ik zie de broche voor het eerst op een dia. Annemiek Gringold, hoofdconservator van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam, toont de dia op een symposium gewijd aan de archeologische opgravingen in Sobibór: Excavating Sobibór. Holocaust Archeology between Heritage, History and Memory.

Het is geen broche: het is de linkerhelft ervan, alsof iemand het sieraad moedwillig doormidden heeft gebroken.

Het zilver is verweerd, aangetast door een ondergronds bestaan van meer dan tachtig jaar. En toch, als je heel goed kijkt, kun je er een overbekende scène in ontwaren: de Nachtwacht van Rembrandt.

Lees verder “Een zilveren broche uit Sobibór”

Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum

Op vrijdag 19 april organiseerde Donaustroom een mooie bijeenkomst: ‘Vier de lente met Bruno Schulz’. Onder leiding van Guido van Hengel gingen Schulz-kenner André Roosen en ik in een propvolle boekhandel Pegasus in gesprek over deze fascinerende Pools-Joodse schrijver. Samen met de Poolse acteur Wojtek Cecherz lazen we voor uit het werk van Schulz. Zijn debuut verscheen in 1933. Op 19 november 1942 werd hij door de nazi’s vermoord.

Lees verder “Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum”

Stramer: roman over een gewone Joodse familie in een ongewone tijd

Deze bespreking verscheen eerder in Trouw | Tijdgeest, 15 februari 2024


Op zo’n elf uur rijden vanaf de Nederlandse grens bevindt zich in het Poolse Tarnów nog steeds de Goldhammerstraat. Aan het einde van een rijtje vooroorlogse huizen staat, op de hoek, nummer 20. In anderhalve kamer woonden hier in de periode tussen de twee wereldoorlogen Nathan en Rywka Stramer, samen met hun zes kinderen, hond Suchard en kat Milka.

Lees verder “Stramer: roman over een gewone Joodse familie in een ongewone tijd”

Na “Na het einde van de wereld”

Adam Zagajewski en Józef Czapski, Sailly 1986, (c) Maja Wodecka;
Archiwum Adama Zagajewskiego, Kraków

Na mijn vorige blog, over de indrukwekkende tekst van Adam Zagajewski “Na het einde van de wereld”, herinnerde Guus Meershoek me eraan dat Zagajewski in het verleden een gedicht schreef met dezelfde boodschap. Het verscheen in The New Yorker na de aanslag op de Twin Towers – maar Zagajewski schreef het een jaar eerder.
Gevraagd wat hem tot dit gedicht had bewogen (schrijft vertaler Gerard Rasch), “antwoordt Zagajewski dat het waarschijnlijk met zijn jeugd in het door oorlog geteisterde Polen te maken heeft te maken: hij groeide op te midden van de ruïnes. En hij geeft aan dat je dat gedicht als een soort poëtisch manifest kunt beschouwen.”

Lees verder “Na “Na het einde van de wereld””

Na het einde van de wereld

De ruïnes van de Piwnastraat, Warschau 1944
(c) Muzeum Powstania Warszawskiego

Er is zorgelijk veel aan de hand in de wereld – en in ons land. Hoe te schrijven in deze tijden? Hoe de schone kunsten te vieren? Wat is de impact van ons, van mijn, handelen in een tijd waarin de wereld lijkt te vergaan? Het waren vragen die wel eens zwaar op me drukten in het afgelopen jaar.

En daar was ineens deze tekst van de Poolse dichter en essayist Adam Zagajewski. Onderstaand mijn vertaling, speciaal voor jullie, als boodschap voor het nieuwe jaar:

Lees verder “Na het einde van de wereld”