Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum

Op vrijdag 19 april organiseerde Donaustroom een mooie bijeenkomst: ‘Vier de lente met Bruno Schulz’. Onder leiding van Guido van Hengel gingen Schulz-kenner André Roosen en ik in een propvolle boekhandel Pegasus in gesprek over deze fascinerende Pools-Joodse schrijver. Samen met de Poolse acteur Wojtek Cecherz lazen we voor uit het werk van Schulz. Zijn debuut verscheen in 1933. Op 19 november 1942 werd hij door de nazi’s vermoord.

Lees verder “Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum”

Na de bevrijding

‘Er zijn nu eenmaal dingen die niet enkel het bewaren waard zijn. Men zou er zo luid over moeten schreeuwen dat iedereen het geschreeuw kan horen.’
De Poolse filosofe Barbara Skarga (1919-2009) schreef, jaren na haar bevrijding, haar indrukwekkende aantekeningen over tien jaar gevangenschap in de goelag. De parallellen met het heden zijn glashelder: de Russische retoriek over de noodzaak om het buurland te bevrijden van fascisten, mensen die op treinen oostwaarts worden gezet, honger als wapen, deportaties die evacuaties worden genoemd, schijnverkiezingen. Maar ook zonder die actualiteit is Na de bevrijding een betekenisvolle memoir met een krachtige boodschap: hoe mens te blijven in verschrikkelijke omstandigheden.

Na de bevrijding werd vertaald door Steven Lepez en van een voorwoord voorzien door Alicja Gescinska. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 19 november 2022.

De takken wiegen in verschillende richtingen – over ‘Familiearchief’ van Boris Chersonski

Vandaag wil ik lezen over Oekraïne en ik twijfel wat ik van de plank zal pakken. Misschien Esther van Katja Petrowskaja of Ze kwam uit Marioepol van Natascha Wodin of misschien dat hele kleine fijne dichtbundeltje Drohobycz van Serhij Żadan? Maar behalve het bundeltje van Żadan heb ik geen ‘echte’ Oekraïense literatuur. Al mijn boeken die met Oekraïne te maken hebben, zijn in een andere taal geschreven, vanuit een andere taal vertaald.

Ik kies voor Familiearchief van Boris Chersonski. Ik had nog nooit van deze Joods-Russische dichter gehoord tot ik deze cyclus van verhalende gedichten op een stapel in de ramsj zag liggen. De bundel greep me meteen bij de keel.

Lees verder “De takken wiegen in verschillende richtingen – over ‘Familiearchief’ van Boris Chersonski”

Vervaagde grenzen

Op een donkere herfstavond stond hij voor de deur van mijn Warschause appartementje. Een boergondiër met het gebeeldhouwde gelaat van een Duitse componist. Zulke mooie mannen bestonden destijds in Polen niet. Iedereen kon in die jaren zomaar aanbellen – alleen de uitverkorenen beschikten over een telefoon. Hij stelde zich voor met een naam die ik eerst niet goed verstond, maar die ik later terugvond op zijn kaartje: Hans Glaubitz. Lees verder “Vervaagde grenzen”

De Jacobsboeken, een leesavontuur

In dit veel te lange blog ga ik proberen u te verleiden tot het lezen van een veel te dik boek met veel te veel personages en een veel te lange ondertitel. De Jacobsboeken. Een grote reis over zeven grenzen, door vijf talen en drie grote religies, de kleine niet meegerekend. Verteld door de doden, en door de auteur aangevuld met behulp van conjunctuur, uit vele uiteenlopende boeken geput, alsmede geholpen door de imaginatie, die de grootste natuurlijke gave is van de mens. Voor de Wijzen pro Memorie, voor mijn Landgenoten ter Reflectie, voor de Leken tot Lering, en voor de Melancholici evenwel tot Vermaak. 

Bent u er nog? Let’s go. Lees verder “De Jacobsboeken, een leesavontuur”

Het dagboek van Rywka Lipszyc

Met de intuïtie van dokter Zinajda Berezowska, arts bij het Rode Leger, was niets mis. Toen ze in het voorjaar van 1945 een volgeschreven schoolschrift vond tussen de ruïnes van een van de crematoria van Auschwitz-Birkenau, voelde ze dat ze iets bijzonders in handen had, ook al kon ze er geen woord van lezen. Ze nam het schrift mee naar huis, naar Omsk, waar ze het jarenlang tussen haar papieren bewaarde. Dankzij haar kleindochter Anastasia heeft nu het oorlogsdagboek van Rywka Lipszyc – want dat was het schriftje dat Zinajda in Omsk bewaarde – zijn weg naar het publiek gevonden. Lees verder “Het dagboek van Rywka Lipszyc”

Monumentje voor Isaac Bashevis Singer

Eindelijk is het zover: Isaac Bashevis Singer heeft een monumentje gekregen in zijn Krochmalnastraat. Het is een simpel gedenkteken, een zwartgranieten plaat op een grijsbetonnen muur. ‘Elke Joodse straat in Warschau was een stad op zichzelf’, vermeldt de steen in de woorden van de grote schrijver. En daar is aan toegevoegd: ‘De toekomstige Nobelprijswinnaar woonde in dit deel van Warschau tussen 1908 en 1917. Door zijn werk maakte hij de Krochmalnastraat beroemd over de hele wereld.’ Lees verder “Monumentje voor Isaac Bashevis Singer”

De zwager van Konstantin Paustovski

In 1936 trouwde Konstantin Paustovski met zijn tweede vrouw, Valeria Vladimirovna Navasjina (Valisjevskaja). De twee hadden elkaar al in 1923 leren kennen in Tiflis: een onverwachte, korte en hevige passie. Na zijn scheiding van Katja oftewel Konijntje (zie ook Wel een hondje en geen mobiel) zou Paustovski met Valeria oftewel Vosje trouwen. Met haar maakte hij de Tweede Wereldoorlog mee, de brisantbom die insloeg in hun woning, de evacuatie uit Moskou, de armoede. Het was ook Valeria die hem aanraadde zijn levensherinneringen op te schrijven. Lees verder “De zwager van Konstantin Paustovski”

Wel een hondje en geen mobiel

Goudzand van Konstantin Paustovski is alweer twee jaar geleden verschenen, eindelijk sloeg ik het vorige week open. Wat een boek: een mengeling van herinneringen, brieven, dagboekfragmenten en verhalen, een bouwwerk waarmee vertaler Wim Hartog het leven van Konstantin Paustovski (1892 – 1968, geboren en gestorven in Moskou) op een intieme manier heeft gereconstrueerd. Hoe kun je je eigen leven fictionaliseren? Lees Paustovski, en je ziet het voor je ogen gebeuren. Lees verder “Wel een hondje en geen mobiel”

Grote en kleine wonderen


Het is alsof hij zojuist is geland: de metersgrote engel in het Pinsel Museum in Lviv, Oekraïne. Het is een warreling van hout waarin de hand van de meester overal zichtbaar is. Beeldsnijder Johann Pinsel gaf zijn engel een gespierd lichaam, een vrouwenkapsel, en magistrale vleugels waarin hij met beitels en messen de veren heeft weergegeven. Lees verder “Grote en kleine wonderen”