Baba Jaga legde een ei


Ineens waren ze overal: eieren. Het begon met berichten in de media die meldden dat bepaalde supermarkten alleen nog witte eieren zouden verkopen. Hennen die witte eieren leggen hebben minder voer nodig, minder grondstoffen dus, en daardoor een lagere milieu-impact. Een paar dagen nadat ik dit ongezellige bericht had gelezen, liep ik in Warschau over de markt.

Lees verder “Baba Jaga legde een ei”

Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha

Het is alweer jaren geleden dat de moeder van mijn toenmalige Poolse geliefde werd begraven. Tot onze verbijstering lag ze opgebaard onder een groot Mariabeeld. Maar de haren rezen ons pas echt te berge toen we haar ten grave droegen. Vanaf de wagen die haar kist naar het graf vervoerde schalde een luid Ave Maria. Niemand had eraan gedacht om deze optie door te strepen toen de uitvaart werd geregeld. Een Ave Maria voor een dame die de Holocaust had overleefd door in 1939 naar de Sovjet-Unie te vluchten, die na de pogroms in Kielce (1946) haar achternaam had veranderd, die nooit iemand zou zeggen dat ze Joods was, al had ze ‘iets wat waardige medeburgers beschreven als ehm’. ‘Het uiterlijk van iemand met, ehm, een bepaalde afkomst. Maar wat voor afkomst? Ehm. Pfff.’

Lees verder “Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha”

Een orgel als een sprookjesbos

Wat gebeurt er als je op het Schnitgerorgel in de Groningse Martinikerk Bach, Klee, en Leo van Doeselaar bijeenbrengt? Johan Luijmes bedacht dat je dat eens zou moeten proberen.


Lang twijfelde Paul Klee of hij musicus, dichter of schilder zou worden. Het meest van alles werd hij schilder, maar hij zou gedichten blijven schrijven en viool blijven spelen. Muziek beïnvloedde de thematiek, het ritme, de stijl van zijn werk. En dan zijn titels! Nocturno voor hoorn, Fuga in rood, In de stijl van Bach.

Lees verder “Een orgel als een sprookjesbos”

Kunst achter kapotgeschoten ramen

Het verschijnsel van de “noodnamen” in de kunstgeschiedenis amuseert me iedere keer weer. Kunsthistorici bedenken zo’n naam voor een maker wiens identiteit we niet kennen. Omdat het meestal om kunstenaars uit de middeleeuwen gaat, zijn de noodnamen vaak prachtig poëtisch. Wat te denken van de Meester van het Amsterdamse sterfbed van Maria, de Meester van het Geborduurde Loofwerk, of de Meester van de Spraakzame Handen?

De Meester van de Khanenko-Aanbidding, ‘De Aanbidding der Wijzen’, Bohdan en Varvara Khanenko Museum, Kiev © Wikimedia

Lees verder “Kunst achter kapotgeschoten ramen”

Sporen van Sobibor

Velen zoals ik biechtten aan de bomen / smeekten om onthouden te worden. / De bomen hebben het gezien en gehoord / maar volgens gewoonte / bleven ze groeien en groen worden / en zwegen ze. (Halina Birenbaum)


Claude Lanzmann noemde ze in zijn documentaire Shoah ‘non-lieux de mémoire’ – plekken waar de herinneringen geen vat op hebben gekregen. Het voormalige vernietigingskamp Sobibor was in 1985 een idyllisch bos geworden. Het herinnerde in zijn ‘totale nietsheid’ (Lanzmann) op geen enkele manier meer aan de verschrikkingen die zich er hadden afgespeeld.

Lees verder “Sporen van Sobibor”

Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos


Vandaag is het precies 80 jaar geleden dat het ‘Zigeunertransport’ vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrok. Volgende week, op zondag 26 mei, wordt dit herdacht tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma op het voormalige kampterrein van kamp Westerbork. De herdenking begint om 13:30 met een stille tocht. Bij het organiseren van de herdenking werd intensief samengewerkt met de Sinti en Roma gemeenschap. Zij vormen het hart van de herdenking.

Lees verder “Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos”

Een zilveren broche uit Sobibór

Zilveren broche met De Nachtwacht, foto State Museum Majdanek

Ik zie de broche voor het eerst op een dia. Annemiek Gringold, hoofdconservator van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam, toont de dia op een symposium gewijd aan de archeologische opgravingen in Sobibór: Excavating Sobibór. Holocaust Archeology between Heritage, History and Memory.

Het is geen broche: het is de linkerhelft ervan, alsof iemand het sieraad moedwillig doormidden heeft gebroken.

Het zilver is verweerd, aangetast door een ondergronds bestaan van meer dan tachtig jaar. En toch, als je heel goed kijkt, kun je er een overbekende scène in ontwaren: de Nachtwacht van Rembrandt.

Lees verder “Een zilveren broche uit Sobibór”

Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum

Op vrijdag 19 april organiseerde Donaustroom een mooie bijeenkomst: ‘Vier de lente met Bruno Schulz’. Onder leiding van Guido van Hengel gingen Schulz-kenner André Roosen en ik in een propvolle boekhandel Pegasus in gesprek over deze fascinerende Pools-Joodse schrijver. Samen met de Poolse acteur Wojtek Cecherz lazen we voor uit het werk van Schulz. Zijn debuut verscheen in 1933. Op 19 november 1942 werd hij door de nazi’s vermoord.

Lees verder “Een literaire krul. Bruno Schulz en het Poolse interbellum”

Drinkebroers, schutters en schalks kijkende vrouwen: Frans Hals in het Rijksmuseum

Deze bespreking verscheen eerder op de website van De Lage Landen


Als je de tentoonstelling Frans Hals in het Rijksmuseum binnenloopt, houdt het museum de schilderijen nog even voor zich. In neonletters licht zijn naam op, in zwart-wit worden zijn woeste penseelstreken psychedelisch uitvergroot. Wat gaan we hier zien? Wat gaan we ervaren? “Rauw”, schrijft de eerste zaaltekst en De vrolijke drinker zwaait ons tegemoet, een goed gevulde berkenmeier wankelend op zijn vingertoppen, alsof hij wil zeggen: pak een glas, kom binnen, ik stel je voor aan mijn vrienden.

Lees verder “Drinkebroers, schutters en schalks kijkende vrouwen: Frans Hals in het Rijksmuseum”

Teun op de Tefaf

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen


Op weg naar de internationale kunstbeurs TEFAF in Maastricht pak ik Parkeren in Hilversum (Van Oorschot, 2024) uit mijn tas, de nieuwste titel van Detlev van Heest. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk: ik hou van de dagboekachtige vorm, de dialogen, de absurdistische scènes en de ingehouden humor. En ik bewonder Van Heest om zijn ingetogen, bijna onzichtbare pen waarmee hij grote emoties weet te beschrijven.

Lees verder “Teun op de Tefaf”