Schakende meiden en een Poolse edelman

Misschien is het wel het eerste groepsportret in de kunstgeschiedenis dat alleen vrouwen afbeeldt: Het schaakspel van Sofonisba Anguissola (ca 1535 – 1625). Maar dat is niet wat dit schilderij zo bijzonder maakt. Want als je ernaar kijkt, voel je je meteen in de voorstelling opgenomen, alsof je zelf ook aan het schaakbord zit in je jurk van goudbrokaat. Je bent onderdeel van een spel van ogen en handen. Blikken en gebaren vliegen over tafel.

Sofonisba Anguissola, Het schaakspel, 1555, olieverf op doek, 72 x 97 cm.
The Raczyński Foundation, Nationaal Museum Poznań

Tegenover je zit Europa, het jongste meisje van het gezelschap. Lachend (je ziet haar tanden! – als ze niet zo jong was, zou dit ongepast zijn voor een dame) kijkt ze haar zusje Minerva aan terwijl ze haar linkerhand op tafel legt. Minerva op haar beurt kijkt naar haar oudere zus Lucia terwijl ze haar hand opheft en iets tegen haar zegt. Heeft ze gewonnen? Of wordt er vals gespeeld? En Lucia, die met haar rechterhand een schaakstuk verplaatst en met haar linkerhand beschermend de buitgemaakte koningin omsluit, kijkt naar jou. Of nee, natuurlijk kijkt ze niet naar jou, maar naar degene die haar portretteert: haar oudste zus Sofonisba. En er is nog iemand die meekijkt met het spel: de dienstbode helemaal rechts op het schilderij.

En zelf kijk je ook: naar parels in kapsels, naar kanten manchetten, naar het fijngepenseelde landschap dat zich achter het groepje vrouwen ontvouwt. De kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari, tijdgenoot van Sofonisba was bijzonder van het schilderij onder de indruk. De portretten van Sofonisba leken volgens hem werkelijk te leven, en kwamen aan niets tekort, ‘behalve aan spraak’, zo noteerde hij nadat hij het schilderij bij de Anguissola’s thuis in Cremona had gezien.

Lees verder “Schakende meiden en een Poolse edelman”

Over Saturnin van Jakub Małecki

Hoe kan het dat de weg naar school korter is dan de weg terug? Waar bevindt zich dat magische rijk waar de bus op de terugweg twee kilometer méér aflegt? In Saturnin neemt de Poolse auteur Jakub Małecki ons mee naar de kindertijd van het sproetige jongetje Saturnin Markiewicz en naar de familiegeheimen die zijn volwassen leven zullen bepalen. Jakub Małecki gebruikte voor deze roman de dagboeken van zijn eigen grootmoeder en vond een prachtige vorm om een nieuw, verzonnen leven te geven aan de doden.

Saturnin werd vertaald door Karol Lesman en verscheen bij Querido. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 10 december 2022

Na de bevrijding

‘Er zijn nu eenmaal dingen die niet enkel het bewaren waard zijn. Men zou er zo luid over moeten schreeuwen dat iedereen het geschreeuw kan horen.’
De Poolse filosofe Barbara Skarga (1919-2009) schreef, jaren na haar bevrijding, haar indrukwekkende aantekeningen over tien jaar gevangenschap in de goelag. De parallellen met het heden zijn glashelder: de Russische retoriek over de noodzaak om het buurland te bevrijden van fascisten, mensen die op treinen oostwaarts worden gezet, honger als wapen, deportaties die evacuaties worden genoemd, schijnverkiezingen. Maar ook zonder die actualiteit is Na de bevrijding een betekenisvolle memoir met een krachtige boodschap: hoe mens te blijven in verschrikkelijke omstandigheden.

Na de bevrijding werd vertaald door Steven Lepez en van een voorwoord voorzien door Alicja Gescinska. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 19 november 2022.

Het zijn steeds de anderen die sterven – over ‘Hierheen naar het gas, dames en heren’ van Tadeusz Borowski



De ironische verhalen van Tadeusz Borowski – deels nu voor het eerst vertaald – behoren tot de meest indrukwekkende van de Holocaustliteratuur.

Lees je Tadeusz Borowski’s beschrijving van zijn omgeving dan lijkt het het begin van een pastorale dag ergens in Midden-Europa. ‘De schaduw van de kastanjebomen is groen en zacht. Ze wiegt zachtjes over de nog vochtige, want net gedolven aarde, en torent boven ons uit als een zeegroene, naar ochtenddauw geurende koepel. De bomen vormen een hoge haag langs de weg, hun toppen gaan op in de kleuren van de hemel. Er komt een bedwelmende moerasgeur van de vijvers. Het gras, groen als pluche, glinstert nog van de dauw, maar de aarde ligt al te dampen in de zon. Het gaat heet worden.”

Maar schijn bedriegt. Opnieuw zal het een dag vol verschrikkingen zijn in Harmenze, een satellietkamp van Auschwitz. Opnieuw zal het een dag zijn waarop je alleen kans hebt op overleven als je de mogelijkheid hebt om te ‘organiseren’, de ongeschreven kampregels navolgt, en het ‘Auschwitz’ beheerst. Opnieuw is het een dag uit het leven van Tadek, het alter ego van Tadeusz Borowski, wiens verhalen behoren tot het meest indrukwekkende uit de Holocaustliteratuur. De bundel Hierheen naar het gas, dames en heren, dat een groot deel van Borowski’s verzamelde verhalen en gedichten bevat, verscheen in een nieuwe vertaling van Karol Lesman en Charlotte Pothuizen. Lees hier de hele bespreking die verscheen in de zaterdagbijlage van Trouw, 11 juni 2022.

Het treinbord

Het moet ergens in de jaren negentig geweest zijn: het was na de Wende en ik werkte bij de Nederlandse Ambassade in Warschau. Alles in Polen veranderde. Als attaché voor pers- en culturele zaken richtte ik me niet alleen op pers en cultuur, maar ook op de historische en maatschappelijke onderwerpen die in die periode actueel waren. Vele musea en historische instituten maakten een transitie door: nu Polen het communisme van zich had afgeschud, konden vele verhalen eindelijk op een andere manier verteld worden.

In die context werden ook de nationale paviljoens in Auschwitz opnieuw ingericht in de barakken die daarvoor op het voormalige kampterrein ter beschikking werden gesteld. Lees verder “Het treinbord”

Een woord dat halverwege zijn klank verliest

Voor de derde keer op rij mocht ik een bijdrage leveren aan een publicatie in de succesvolle reeks Nederland in ideeën, waarin toonaangevende wetenschappers, ondernemers en kunstenaars antwoord geven op één vraag op het raakvlak van wetenschap en maatschappij. Dit jaar werd de vraag gesteld door Anton Corbijn: ‘Waar verzet jij je tegen?’

Dit is mijn antwoord: Lees verder “Een woord dat halverwege zijn klank verliest”

Pools leren van Józef Chrobak

chrobak_pap_6251-165x111Het is echt waar, er was eens een man die mij Pools leerde spreken. Zijn naam was Józef Chrobak. Er zijn weinig mannen met baarden wiens gezicht ik kan lezen, maar met zijn gezicht kon het. Dat kwam door twee diepe lachrimpels die zelfs zijn baard niet konden bedekken.

Het was 1986, Kraków. Józef Chrobak sprak alleen Pools en wist alles over Grupa Krakowska, mijn afstudeeronderwerp. Ik sprak geen woord Pools maar wilde alles van hem weten. En daarom ontmoetten we elkaar iedere ochtend in Galeria Krzysztofory, waar Józef Chrobak de ene sigaret na de andere rookte en het ene na het andere glas koffie dronk.  Lees verder “Pools leren van Józef Chrobak”

In memoriam: Milo Anstadt

milo_haga_091005-006-small-150x150

‘Altijd als ik een formulier moet invullen, aarzel ik bij de vraag naar mijn land van geboorte. Is het Polen? Oekraïne? Sovjetunie? Toen mijn ouders trouwden, lag Lwów in Oostenrijk en heette het officieel Lemberg. Toen ik geboren werd lag het in Polen. Nu ligt het in de sovjetrepubliek Oekraïne.’ De schrijver van deze woorden, Samuel Marek (Milo) Anstadt is op 16 juli in Amsterdam overleden. Lees verder “In memoriam: Milo Anstadt”

De dekbedden van K. Malevich

Malewicz-w-Warszawie-150x150

Er bestaat een prachtige historische foto waarop we Kazimir Malevich zien afgebeeld aan een feestelijke dis, te midden van beroemde Poolse kunstenaars, schrijvers en intellectuelen. De foto is genomen op 25 maart 1927, toen Malevich op weg naar Berlijn een tussenstop maakte in Warschau. Hij exposeerde zijn figuratieve en abstracte werk een aantal dagen in de Poolse Artistieke Club in Hotel Polonia (tegenover het Centraal Station, na een periode van verval kun je daar nu weer prachtige kamers boeken). Malevich was afkomstig uit een Poolse familie en heeft op die avond ongetwijfeld Pools gesproken. Lees verder “De dekbedden van K. Malevich”

Wat verzonnen is, bestaat al

Schermafbeelding 2016-06-25 om 11.11.10

Op 5 maart 2010 leverde ik de eerste versie van mijn debuutroman in, die toen nog De vinger van God heette. Ik was in Krakau, net als K. die zojuist vanuit hetzelfde internetcafé zijn nieuwste vertaling naar zijn uitgever had gemaild. Om het te vieren gingen we champagne drinken bij Alchemia. Daar schonken ze geen champagne, we namen koffie.

‘Nu ben je een schrijver’, zei K. ‘Misschien ben je een afgewezen schrijver, een nooit gepubliceerde schrijver, een mislukte schrijver, maar je bent een schrijver.’ We hieven onze denkbeeldige champagnes. Even later liepen we op straat, K. naar zijn huis om aan een nieuwe vertaling te beginnen, ik naar het mijne om een lekker potje te janken. Op de Miodowastraat kwamen we haar tegen. Ze was klein, had nauwelijks haar, en ging gebukt onder het gewicht van haar boodschappentassen. Toen ze ons zag, zette ze haar tassen op het trottoir. Lees verder “Wat verzonnen is, bestaat al”