Baba Jaga legde een ei


Ineens waren ze overal: eieren. Het begon met berichten in de media die meldden dat bepaalde supermarkten alleen nog witte eieren zouden verkopen. Hennen die witte eieren leggen hebben minder voer nodig, minder grondstoffen dus, en daardoor een lagere milieu-impact. Een paar dagen nadat ik dit ongezellige bericht had gelezen, liep ik in Warschau over de markt.

Lees verder “Baba Jaga legde een ei”

Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha

Het is alweer jaren geleden dat de moeder van mijn toenmalige Poolse geliefde werd begraven. Tot onze verbijstering lag ze opgebaard onder een groot Mariabeeld. Maar de haren rezen ons pas echt te berge toen we haar ten grave droegen. Vanaf de wagen die haar kist naar het graf vervoerde schalde een luid Ave Maria. Niemand had eraan gedacht om deze optie door te strepen toen de uitvaart werd geregeld. Een Ave Maria voor een dame die de Holocaust had overleefd door in 1939 naar de Sovjet-Unie te vluchten, die na de pogroms in Kielce (1946) haar achternaam had veranderd, die nooit iemand zou zeggen dat ze Joods was, al had ze ‘iets wat waardige medeburgers beschreven als ehm’. ‘Het uiterlijk van iemand met, ehm, een bepaalde afkomst. Maar wat voor afkomst? Ehm. Pfff.’

Lees verder “Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha”

Sporen van Sobibor

Velen zoals ik biechtten aan de bomen / smeekten om onthouden te worden. / De bomen hebben het gezien en gehoord / maar volgens gewoonte / bleven ze groeien en groen worden / en zwegen ze. (Halina Birenbaum)


Claude Lanzmann noemde ze in zijn documentaire Shoah ‘non-lieux de mémoire’ – plekken waar de herinneringen geen vat op hebben gekregen. Het voormalige vernietigingskamp Sobibor was in 1985 een idyllisch bos geworden. Het herinnerde in zijn ‘totale nietsheid’ (Lanzmann) op geen enkele manier meer aan de verschrikkingen die zich er hadden afgespeeld.

Lees verder “Sporen van Sobibor”

Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos


Vandaag is het precies 80 jaar geleden dat het ‘Zigeunertransport’ vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrok. Volgende week, op zondag 26 mei, wordt dit herdacht tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma op het voormalige kampterrein van kamp Westerbork. De herdenking begint om 13:30 met een stille tocht. Bij het organiseren van de herdenking werd intensief samengewerkt met de Sinti en Roma gemeenschap. Zij vormen het hart van de herdenking.

Lees verder “Een ‘heel kort sprookje’ ter nagedachtenis aan de Porajmos”

Stramer: roman over een gewone Joodse familie in een ongewone tijd

Deze bespreking verscheen eerder in Trouw | Tijdgeest, 15 februari 2024


Op zo’n elf uur rijden vanaf de Nederlandse grens bevindt zich in het Poolse Tarnów nog steeds de Goldhammerstraat. Aan het einde van een rijtje vooroorlogse huizen staat, op de hoek, nummer 20. In anderhalve kamer woonden hier in de periode tussen de twee wereldoorlogen Nathan en Rywka Stramer, samen met hun zes kinderen, hond Suchard en kat Milka.

Lees verder “Stramer: roman over een gewone Joodse familie in een ongewone tijd”

Na “Na het einde van de wereld”

Adam Zagajewski en Józef Czapski, Sailly 1986, (c) Maja Wodecka;
Archiwum Adama Zagajewskiego, Kraków

Na mijn vorige blog, over de indrukwekkende tekst van Adam Zagajewski “Na het einde van de wereld”, herinnerde Guus Meershoek me eraan dat Zagajewski in het verleden een gedicht schreef met dezelfde boodschap. Het verscheen in The New Yorker na de aanslag op de Twin Towers – maar Zagajewski schreef het een jaar eerder.
Gevraagd wat hem tot dit gedicht had bewogen (schrijft vertaler Gerard Rasch), “antwoordt Zagajewski dat het waarschijnlijk met zijn jeugd in het door oorlog geteisterde Polen te maken heeft te maken: hij groeide op te midden van de ruïnes. En hij geeft aan dat je dat gedicht als een soort poëtisch manifest kunt beschouwen.”

Lees verder “Na “Na het einde van de wereld””

11 Boeken om de Poolse literatuur te leren kennen

Wie ik werkelijk ben, heb ik te danken aan de Poolse literatuur. Die regel heb ik al eens eerder opgeschreven, en hij is nog steeds waar. Bij mijn eerste bezoek aan Polen, tijdens een studentenuitwisseling in 1983, ervaarde ik als enigszins naïeve Leidse kunstgeschiedenisstudent voor het eerst wat literatuur kan betekenen. Een boek of een gedicht kon een vlucht uit de werkelijkheid zijn. Maar veel meer nog was het een protest, een stem van verzet.

Lees verder “11 Boeken om de Poolse literatuur te leren kennen”

Schakende meiden en een Poolse edelman

Misschien is het wel het eerste groepsportret in de kunstgeschiedenis dat alleen vrouwen afbeeldt: Het schaakspel van Sofonisba Anguissola (ca 1535 – 1625). Maar dat is niet wat dit schilderij zo bijzonder maakt. Want als je ernaar kijkt, voel je je meteen in de voorstelling opgenomen, alsof je zelf ook aan het schaakbord zit in je jurk van goudbrokaat. Je bent onderdeel van een spel van ogen en handen. Blikken en gebaren vliegen over tafel.

Sofonisba Anguissola, Het schaakspel, 1555, olieverf op doek, 72 x 97 cm.
The Raczyński Foundation, Nationaal Museum Poznań

Tegenover je zit Europa, het jongste meisje van het gezelschap. Lachend (je ziet haar tanden! – als ze niet zo jong was, zou dit ongepast zijn voor een dame) kijkt ze haar zusje Minerva aan terwijl ze haar linkerhand op tafel legt. Minerva op haar beurt kijkt naar haar oudere zus Lucia terwijl ze haar hand opheft en iets tegen haar zegt. Heeft ze gewonnen? Of wordt er vals gespeeld? En Lucia, die met haar rechterhand een schaakstuk verplaatst en met haar linkerhand beschermend de buitgemaakte koningin omsluit, kijkt naar jou. Of nee, natuurlijk kijkt ze niet naar jou, maar naar degene die haar portretteert: haar oudste zus Sofonisba. En er is nog iemand die meekijkt met het spel: de dienstbode helemaal rechts op het schilderij.

En zelf kijk je ook: naar parels in kapsels, naar kanten manchetten, naar het fijngepenseelde landschap dat zich achter het groepje vrouwen ontvouwt. De kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari, tijdgenoot van Sofonisba was bijzonder van het schilderij onder de indruk. De portretten van Sofonisba leken volgens hem werkelijk te leven, en kwamen aan niets tekort, ‘behalve aan spraak’, zo noteerde hij nadat hij het schilderij bij de Anguissola’s thuis in Cremona had gezien.

Lees verder “Schakende meiden en een Poolse edelman”

Over Saturnin van Jakub Małecki

Hoe kan het dat de weg naar school korter is dan de weg terug? Waar bevindt zich dat magische rijk waar de bus op de terugweg twee kilometer méér aflegt? In Saturnin neemt de Poolse auteur Jakub Małecki ons mee naar de kindertijd van het sproetige jongetje Saturnin Markiewicz en naar de familiegeheimen die zijn volwassen leven zullen bepalen. Jakub Małecki gebruikte voor deze roman de dagboeken van zijn eigen grootmoeder en vond een prachtige vorm om een nieuw, verzonnen leven te geven aan de doden.

Saturnin werd vertaald door Karol Lesman en verscheen bij Querido. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 10 december 2022

Na de bevrijding

‘Er zijn nu eenmaal dingen die niet enkel het bewaren waard zijn. Men zou er zo luid over moeten schreeuwen dat iedereen het geschreeuw kan horen.’
De Poolse filosofe Barbara Skarga (1919-2009) schreef, jaren na haar bevrijding, haar indrukwekkende aantekeningen over tien jaar gevangenschap in de goelag. De parallellen met het heden zijn glashelder: de Russische retoriek over de noodzaak om het buurland te bevrijden van fascisten, mensen die op treinen oostwaarts worden gezet, honger als wapen, deportaties die evacuaties worden genoemd, schijnverkiezingen. Maar ook zonder die actualiteit is Na de bevrijding een betekenisvolle memoir met een krachtige boodschap: hoe mens te blijven in verschrikkelijke omstandigheden.

Na de bevrijding werd vertaald door Steven Lepez en van een voorwoord voorzien door Alicja Gescinska. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 19 november 2022.