Een orgel als een sprookjesbos

Wat gebeurt er als je op het Schnitgerorgel in de Groningse Martinikerk Bach, Klee, en Leo van Doeselaar bijeenbrengt? Johan Luijmes bedacht dat je dat eens zou moeten proberen.


Lang twijfelde Paul Klee of hij musicus, dichter of schilder zou worden. Het meest van alles werd hij schilder, maar hij zou gedichten blijven schrijven en viool blijven spelen. Muziek beïnvloedde de thematiek, het ritme, de stijl van zijn werk. En dan zijn titels! Nocturno voor hoorn, Fuga in rood, In de stijl van Bach.

Lees verder “Een orgel als een sprookjesbos”

Kunst achter kapotgeschoten ramen

Het verschijnsel van de “noodnamen” in de kunstgeschiedenis amuseert me iedere keer weer. Kunsthistorici bedenken zo’n naam voor een maker wiens identiteit we niet kennen. Omdat het meestal om kunstenaars uit de middeleeuwen gaat, zijn de noodnamen vaak prachtig poëtisch. Wat te denken van de Meester van het Amsterdamse sterfbed van Maria, de Meester van het Geborduurde Loofwerk, of de Meester van de Spraakzame Handen?

De Meester van de Khanenko-Aanbidding, ‘De Aanbidding der Wijzen’, Bohdan en Varvara Khanenko Museum, Kiev © Wikimedia

Lees verder “Kunst achter kapotgeschoten ramen”

Na “Na het einde van de wereld”

Adam Zagajewski en Józef Czapski, Sailly 1986, (c) Maja Wodecka;
Archiwum Adama Zagajewskiego, Kraków

Na mijn vorige blog, over de indrukwekkende tekst van Adam Zagajewski “Na het einde van de wereld”, herinnerde Guus Meershoek me eraan dat Zagajewski in het verleden een gedicht schreef met dezelfde boodschap. Het verscheen in The New Yorker na de aanslag op de Twin Towers – maar Zagajewski schreef het een jaar eerder.
Gevraagd wat hem tot dit gedicht had bewogen (schrijft vertaler Gerard Rasch), “antwoordt Zagajewski dat het waarschijnlijk met zijn jeugd in het door oorlog geteisterde Polen te maken heeft te maken: hij groeide op te midden van de ruïnes. En hij geeft aan dat je dat gedicht als een soort poëtisch manifest kunt beschouwen.”

Lees verder “Na “Na het einde van de wereld””

De dood en het mysterie van de dingen

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

David Bailly Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder c Museum De Lakenhal Leiden

David Bailly, Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder, 1651 © Museum De Lakenhal Leiden

“De wonderlijke stilte van de dode.” Dat is de eerste zin uit de nieuwe essaybundel van Marjoleine de Vos En steeds is alles er. Over missen en herinneren.

Lees verder “De dood en het mysterie van de dingen”

Ode aan de Poolse literatuur

Mijn Ode aan de Poolse literatuur en waarom iedereen in december Szymborska, Prus, en vooral Myśliwski moet kopen voor in de schoen en onder de boom. Of voor jezelf, gewoon, omdat het kan. En lezen natuurlijk! De Ode mocht ik onlangs uitspreken op Spui 25 ter ere van vertaler Karol Lesman, laureaat van de Martinus Nijhoffprijs. Lees verder “Ode aan de Poolse literatuur”

Een woord dat halverwege zijn klank verliest

Voor de derde keer op rij mocht ik een bijdrage leveren aan een publicatie in de succesvolle reeks Nederland in ideeën, waarin toonaangevende wetenschappers, ondernemers en kunstenaars antwoord geven op één vraag op het raakvlak van wetenschap en maatschappij. Dit jaar werd de vraag gesteld door Anton Corbijn: ‘Waar verzet jij je tegen?’

Dit is mijn antwoord: Lees verder “Een woord dat halverwege zijn klank verliest”