De ruïnes van de Piwnastraat, Warschau 1944
(c) Muzeum Powstania Warszawskiego
Er is zorgelijk veel aan de hand in de wereld – en in ons land. Hoe te schrijven in deze tijden? Hoe de schone kunsten te vieren? Wat is de impact van ons, van mijn, handelen in een tijd waarin de wereld lijkt te vergaan? Het waren vragen die wel eens zwaar op me drukten in het afgelopen jaar.
En daar was ineens deze tekst van de Poolse dichter en essayist Adam Zagajewski. Onderstaand mijn vertaling, speciaal voor jullie, als boodschap voor het nieuwe jaar:
Adam Zagajewski
Na het einde van de wereld
Leven we al na het einde van de wereld? De historicus zal zeggen, dat ontelbare eindes van de wereld aan ons tijdperk voorafgingen. Het gevaarlijke Babylon viel. De Romeinen keken met angst naar de barbaren en de christenen. Het Byzantium viel. Voor mensen die in die beschavingen leefden als bijen in hun korf waren dat vreselijke catastrofes, echte eindes van de wereld (Carthago viel). Ze konden immers niet weten, dat over honderd, tweehonderd of vijfhonderd jaar de wonden geheeld zouden zijn en dat er iets van het oude Rome bewaard zou blijven in het christelijke Europa.
Maar ook dichterbij ons, in tijden die verhoudingsgewijs nog niet zo ver achter ons liggen: was de Eerste Wereldoorlog geen einde van de wereld, niet alleen voor de jongens die vielen bij Verdun, maar ook voor het merendeel van de inwoners van Europa? Er was een einde aan het komen aan de oude orde, een onzeker, chaotisch morgen zou beginnen. Er heerste alleen vreugde in die landen – zoals Polen en Tsjechoslowakije – waar het einde van de wereld onafhankelijkheid bracht.
En daarna de Tweede Wereldoorlog, de massamoord op de Joden, twee opstanden in Warschau, stof en gruis, graven op de binnenplaatsen van huurkazernes. En daarna opnieuw het leven, madeliefjes, wasgoed dat te drogen hangt aan witte lijnen, in de antiquariaten boeken uit voorbije tijden, plotseling duizend jaar ouder.
Verschillend zijn de gradaties van tragiek van de eindes van de wereld. Bijvoorbeeld de situatie van de Duitse Joden, schrijvers, intellectuelen, die hun Joodse afkomst vergeten waren en tot de grootste meesters van de Duitse taal behoorden, en nu te weten komen dat ze ter dood veroordeeld zijn, terwijl de conciërge van hun huis, sprekend in een donker, triviaal dialect, een provisorische onsterfelijkheid ten geschenke krijgt; een betere, echtere Duitser is.
Het einde van de wereld: Mandelstam, van uitputting stervend in een concentratiekamp. Baczyński, vermoord tijdens de gevechten van de opstandelingen. Poolse officieren, gedeporteerd vanuit Kozielsk naar Katyń, in de lente; terwijl de aprilzon schijnt, de struiken beginnen uit te lopen.
Tadeusz Bukowski, ‘Bończa’ | Warschau 1947 (c) Julia Pirotte
Hoe te leven na zoveel eindes van de wereld? Adorno meende dat poëzie na Auschwitz onmogelijk is. Maar aan witte lijnen droogt de was, de lach van een klein kind is te horen. Dat kind groeit op, wordt politieagent of priester. Daarom ben ik van mening dat je na het einde van de wereld moet leven zoals altijd. Denken aan wat er gebeurd is natuurlijk, en aan wat er nog zal gebeuren. En ondanks dat leven zoals altijd. Lange wandelingen maken. Kijken, hoe de zon ondergaat. In God geloven. Gedichten lezen. Gedichten schrijven. Muziek luisteren. Anderen helpen. Tirannen storen. Blij zijn met de liefde en je zorgen maken om de dood. Zoals altijd.
‘Na het einde van de wereld’ verscheen als ‘Po końcu świata’ in Zeszyty Literackie no. 12 (herfst 1985) en werd herdrukt in de recent verschenen bundel van Adam Zagajewski over zijn vriendschap met Józef Czapski, Najwyższy człowiek świata (De langste mens ter wereld), Wydawnictwo a5, Kraków 2023
Met dank aan Alicja Oczko voor de redactie van de vertaling.
Gerdien veel dank voor je indrukwekkende woorden. Laten we hoop houden en voorbeelden blijven stellen.
Al het goeds voor jou en je dierbaren,
Victor
Dank Gerdien. Laten we de moed niet verliezen. Optimisme is een plicht. Vrede en alle goeds.
Wim.