Wachtend op onze vegetarische hamburgers beginnen we elkaar sterke verhalen te vertellen. Mijn vriendin M. heeft zoals gewoonlijk het beste verhaal en dat speelde zich tot mijn vreugde af in Łódź:
Categorie: Mensen (die er niet meer zijn)
1898
Het is puur toeval, dat de personen die de laatste jaren het onderwerp zijn geweest van mijn bijzondere belangstelling – proefschrift, tentoonstelling, romans – in 1898 zijn geboren. Ik heb het dan over de Poolse kunstenaar Józef Czapski (1898-1993), Katarzyna Kobro (1898-1951), Karolina Lanckorońska (1898-2002), en Charlotte van Pallandt (1898-1997). Kobro stierf relatief jong aan de gevolgen van een ziekte, Czapski en Van Pallandt leefden bijna een eeuw, Lanckorońska werd 105. Hun wieg stond ergens in Europa en ze waren alle vier van adel. Drie van hen waren kunstenaar, voor Lanckorońska gold dat niet, zij was de eerste vrouw in Polen die professor in de kunstgeschiedenis werd. Behalve Van Pallandt stierven ze in een ander land dan waar ze geboren werden. Lees verder “1898”
Pools leren van Józef Chrobak
Het is echt waar, er was eens een man die mij Pools leerde spreken. Zijn naam was Józef Chrobak. Er zijn weinig mannen met baarden wiens gezicht ik kan lezen, maar met zijn gezicht kon het. Dat kwam door twee diepe lachrimpels die zelfs zijn baard niet konden bedekken.
Het was 1986, Kraków. Józef Chrobak sprak alleen Pools en wist alles over Grupa Krakowska, mijn afstudeeronderwerp. Ik sprak geen woord Pools maar wilde alles van hem weten. En daarom ontmoetten we elkaar iedere ochtend in Galeria Krzysztofory, waar Józef Chrobak de ene sigaret na de andere rookte en het ene na het andere glas koffie dronk. Lees verder “Pools leren van Józef Chrobak”
In memoriam: Stanisław Barańczak
Naast al het schokkende wereldnieuws van het afgelopen jaar, leken andere schokkende gebeurtenissen ineens kleiner te zijn. Het verdwijnen van de filosofie als studierichting aan de Erasmus Universiteit en het verdwijnen van steeds meer kleine talen aan andere universiteiten: het zijn geen ontwikkelingen die de oudejaarsconferences halen. Maar als de UvA zijn hervormingsplannen gaat realiseren, verdwijnen de bacheloropleidingen Zweeds, Noors, Deens, Pools, Tsjechisch, Servisch/Kroatisch, en Nieuwgriekse taal en cultuur geheel uit Nederland. Lees verder “In memoriam: Stanisław Barańczak”
Netje, netje
Wonderlijk is het, dat mensen die sterven van alles meenemen en van alles achterlaten. Het is alweer een paar jaar geleden dat mijn schoonmoeder overleed, ze was 88 jaar. Ze kon geweldig handwerken en die kennis nam ze met zich mee: hoe je kraagjes kunt haken als kant en hoe je blindelings sokken kunt breien in maat 19 – 45. Wat ze ook met zich meenam, waren de 150 psalmen oude berijming die ze uit haar hoofd kon zingen, al moest ze daarbij op het allerlaatste een beetje geholpen worden.
Tot de vele dingen die ze achterliet, behoorde haar gezicht. Sinds haar dood komt dat af en toe tevoorschijn bij een familielid hier en daar, en het is net of haar eigen zus, die niet voor niets Engeltje heet, haar trekken helemaal heeft overgenomen. Lees verder “Netje, netje”
Baltische ziel
De huizen in de Elizaveta iela, Riga, hebben er niets mee te maken dat Katarzyna Kobro hier aan het begin van de vorige eeuw woonde op de nummers 4, 7, en 12. Met Baltische zielen van Jan Brokken (Uitgeverij Atlas, 2010) onder de arm lopen we door haar straat. Het huis op nummer 10A is ontworpen door Michal Eisenstein, de vader van de beroemde filmmaker Sergej, het is over the top Jugendstil, een taart waarvan de slagroom smelt. Lees verder “Baltische ziel”
Genoeg
Vorige week verscheen in Polen de echt allerlaatste dichtbundel van Wisława Szymborska. De bundel bevat haar dertien laatste gedichten en enkele fragmenten, gereconstrueerd uit nagelaten notitieblaadjes. De titel voor de bundel bedacht Szymborska zelf nog voor haar dood: Wystarczy, hetgeen betekent ‘zo is het genoeg’, of, als je nog minder woorden wilt gebruiken: ‘genoeg’.
Wystarczy, daar kun je heel flauw over doen: ‘het is mij wel best’, of ‘het is mooi geweest’. Zelf dacht ik eerder aan die prachtige cantate van J.S. Bach, Ich habe genug (BWV 82). Lees verder “Genoeg”
Maxje
In het Stadsarchief in Amsterdam is nog tot en met 20 mei een indrukwekkende tentoonstelling te zien: In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945. De tentoonstelling is gebaseerd op de gelijknamige publicatie van Guus Luijters, die de gegevens bijeenbracht van bijna 18.000 Joodse, Roma en Sinti kinderen die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord. Aline Pennewaard vond van 3.000 kinderen ook een foto.
Wat die foto’s zo bijzonder maakt, is dat er aan de beelden namen zijn verbonden. Lees verder “Maxje”
Szymborska en Vermeer, Vermeer en Szymborska
In mijn dromen / schilder ik als Vermeer van Delft schreef de vorige week overleden Wisława Szymborska in haar gedicht “Lof der dromen”.
Geen Rembrandt of Rubens: het ging Szymborska niet om de meesters van het stevige penseel of het grote gebaar, maar ze waardeerde in de schilderkunst juist het kleine, nauwelijks waarneembare. In het landschap van de oude meester / waar de bomen onder olieverf wortelen / leidt het paadje zonder twijfel ergens heen, dicht ze in “Landschap”, en ze gaat verder: ik ben die vrouw daar onder de es. Kijk goed hoe ver ik me van jou verwijderd heb / wat voor witte kap en gele rok ik draag / hoe stevig ik mijn mandje vasthoud om niet van het doek te vallen. Lees verder “Szymborska en Vermeer, Vermeer en Szymborska”
Ontbijt in New York
“Dit is een goed moment om de maple syrup van Ferdinand open te maken”, zeg ik op 3 december tegen mijn gasten, en ik zet de griesmeelpudding op tafel.
De zelfgemaakte Canadese maple syrup uit New York zit verstopt in een
Hollands bierbeugelflesje. Plop.
“Ferdinand?”, vraagt een van de gasten.
“Ja”, zeg ik. “Havermout in New York.” Lees verder “Ontbijt in New York”