Deze bespreking verscheen eerder in Trouw | Tijdgeest, 15 februari 2024
Op zo’n elf uur rijden vanaf de Nederlandse grens bevindt zich in het Poolse Tarnów nog steeds de Goldhammerstraat. Aan het einde van een rijtje vooroorlogse huizen staat, op de hoek, nummer 20. In anderhalve kamer woonden hier in de periode tussen de twee wereldoorlogen Nathan en Rywka Stramer, samen met hun zes kinderen, hond Suchard en kat Milka.
Verteerd door heimwee naar zijn jeugdliefde Rywka is Nathan na een kortstondige emigratie vanuit Amerika naar Polen teruggekeerd. Dankzij de dollars die zijn broer Ben hem vanuit New York opstuurt en die hij zorgvuldig in een holle tafelpoot verstopt, kan hij het hoofd maar net boven water houden.
Het familie-epos Stramer is de derde roman van de Poolse auteur en fotograaf Mikolaj Lozinski (Warschau, 1980). Lozinski studeerde sociologie aan de Parijse Sorbonne. Hij was nooit van plan om schrijver te worden, maar het idee voor zijn debuut Reisefieber kwam in Parijs als door toeval tot hem – hij vond er een verhaal dat hem diep raakte en geschreven moest worden. Daarna volgde een tweede roman, Ksiazka (Boek) waarvoor hij de prestigieuze Paszport Polityki-prijs ontving.
‘In Hitlerland zal het lachen je wel vergaan’
En nu is er dan zijn derde – en de eerste in een mooie Nederlandse vertaling – waarin hij met een sprankelende pen de geschiedenis van de familie Stramer voor ons heeft opgetekend. We leren Nathan kennen, de pater familias met de ‘bouw van een worstelaar’, die zijn dromen over Amerika niet kan vergeten en zijn woorden doorspekt met Amerikaanse uitdrukkingen die niemand begrijpt.
En Rywka, die eigenlijk liever in de negentiende eeuw zou leven en ervan droomt ooit de zee te zien. Elke ochtend smeert ze boterhammen voor haar gezin en kust ze elk kind op het heuveltje tussen neus en voorhoofd. Sneller dan ze wil verlaten ze het ouderlijk huis: de oudste zoon Rudek gaat in Krakau rechten studeren, dochter Rena kiest voor een leven met een getrouwde man, de filosofische Salek gaat als communist de wereld verbeteren in Spanje, Hesio wordt als communist gearresteerd en verdwijnt in de gevangenis, en uiteindelijk vliegen ook de kleintjes Nusek en Wela uit.
Een gewoon, seculier Joods gezin in een ongewone tijd, waarin Rywka op een dag observeert dat ‘haar zoons en dochters op een andere manier terugkwamen van school’. Pogroms behoren nog tot het collectieve geheugen en de antisemitische dreiging begint terug te keren in de straten van Tarnów, waar ruim 40 procent van de bevolking Joods is. De oude vertrouwde Konditorei is plotseling verboden voor Joden, en mensen beginnen dingen te zeggen die ze een paar jaar geleden nog niet hadden durven denken. ‘In Hitlerland zal het lachen je wel vergaan’, zegt de juf tegen Wela, waarop Rywka de juf in een droom van repliek dient: ‘Jij zou het in Hitlerland wel naar je zin hebben, vuile sjikse!’
Blijven of vluchten?
Als het ongelofelijke gebeurt en de oorlog uitbreekt, vindt het gezin elkaar weer terug op de Goldhammerstraat, waar ieder zijn eigen beslissing moet nemen: blijven, of vluchten? En zo zien Nathan en Rywka hun gezin uit elkaar vallen – zonder te weten hoe definitief dat zal zijn.
‘Nu hij zijn kinderen zo aan tafel zag zitten, schoot het door zijn hoofd dat je mensen nooit op zich zag’, denkt Nathan ergens in het boek. ‘Achter, naast of voor hen stond altijd nog iemand anders. Met net zulke ogen, net zulke gebaren.’
Ver na hem, in een andere ruimte en in een andere tijd, staat zijn achterkleinzoon Mikolaj Lozinski, die met deze roman niet alleen een veelkleurig monument oprichtte voor zijn eigen familie, maar voor al die gewone gezinnen in het Poolse interbellum. Inmiddels ligt er in de Poolse boekhandels een vervolg op Stramer.
Mikolaj Lozinski
Stramer
Vert. Charlotte Pothuizen.
Atlas Contact; 400 blz. € 24, 99
Portretfoto Mikołaj Łoziński | Fondation Jan Michalski
(c) Tonatiuh Ambrosetti