Blog

De omhelzing van Abraham

Cultureel erfgoed is een slachtoffer van iedere oorlog. Ook in Oekraïne woedt al sinds meer dan een jaar een conflict dat gaat over identiteit – en dus over erfgoed. Erfgoed is hier meer dan een toevallig doelwit. De Russen vernietigen kunst en cultuur doelbewust als onderdeel van hun strategie om de Oekraïense identiteit uit te wissen. We zagen de beelden van verwoeste kerken, kapotgeschoten theaters, zwaar beschadigde musea.

Volgens cijfers van UNESCO (eind november) zijn 221 culturele sites gedeeltelijk of volledig verwoest als gevolg van de oorlog, waaronder 98 religieuze gebouwen, 78 gebouwen van historische of artistieke waarde, 18 monumenten, 17 musea en 10 bibliotheken. Ook zijn er berichten over grootschalige plundering van museale collecties door de Russen in onder meer Kherson.

Op grote schaal zet de Oekraïense bevolking zich in om hun erfgoed te redden. Kunstwerken werden op veilige plekken ondergebracht, standbeelden met zandzakken beschermd, gebrandschilderde ramen dichtgetimmerd.

Beeldend kunstenaar Elena Subach (1980) woont en werkt in Lviv. Daar maakte ze vorig jaar een fotoreportage van kunstwerken die worden ingepakt om ze tegen het oorlogsgeweld te beschermen. Ze bundelde haar foto’s in het boek Hidden, met een essay van Yurko Prohasko.

Het zijn aangrijpende beelden. Wat misschien nog wel meer indruk op me maakt dan de kwetsbaarheid van al die prachtige objecten, is de liefde en zorg waarmee ze worden omringd.

Kijk eens hoe Abraham troost zoekt bij de man met het mondkapje.
Kijk terug naar de vrouw die ons aankijkt vanachter beschermend tape.
Kijk eens hoe de engelen op het orgelfront staan ingepakt en nog steeds wit en trots zijn, en daarmee een nieuw soort engelen zijn geworden.

Het fotoboek Hidden van Elena Subach kun je bestellen via deze link. Een deel van de opbrengst gaat naar Children of Heroes, ter ondersteuning van kinderen die hun ouders aan de oorlog in Oekraïne hebben verloren.

De sculptuur van Abraham en de engelen zijn van de hand van Johann Pinsel (1715-1725 – 1761 of 1762).

Ode aan Jacobus Vrel

Deze ode verscheen eerder in het Mauritshuis Magazine

Jacobus Vrel, Interieur met een vrouw die het haar van een meisje kamt, en een jongen bij een deur, The Detroit Institute of Arts, Detroit

Nooit vergeet ik de ochtend waarop ik dat kleine, adembenemende schilderij van Jacobus Vrel voor het eerst in het echt zag: Interieur met een vrouw die het haar van een meisje kamt, en een jongen bij een deur. Al is ‘zag’ hier niet het goede woord.

Lees verder “Ode aan Jacobus Vrel”

Alweer Vermeer

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

De redactie van de lage landen heeft me gevraagd om deze nieuwe columnreeks te beginnen met een korte en gevatte tekst over Johannes Vermeer, naar aanleiding van de grote tentoonstelling die dit voorjaar in het Rijksmuseum te zien zal zijn. Zodra ik de column heb toegezegd, heb ik al spijt. Want in plaats van vreugde over de aanstaande tentoonstelling, ervaar ik een groeiende schaamte over de enorme blockbuster die aanstaande is. En tegelijkertijd schaam ik me over die schaamte. Alweer Vermeer, wat is daar nu zo erg aan?

“Stop de blockbusterverslaving”, schreef Meta Knol, destijds directeur van Museum De Lakenhal in Leiden, in een ingezonden stuk in NRC. We hadden net het Rembrandtjaar 2019 achter de rug, en net als een aantal andere musea had ook Museum De Lakenhal flink uitgepakt met een grote Rembrandttentoonstelling. Jaren van onderzoek en fondsenwerving gingen aan de tentoonstelling vooraf, er verscheen een gedegen catalogus, onderzoekers reisden op en neer, internationale bruiklenen werden ingevlogen.

Rembrandttentoonstelling c vaclav pluhar

Over de koppen lopen voor ‘De Nachtwacht’ van Rembrandt in het Rijksmuseum © Václav Pluhař

Na de tentoonstelling bleven directie, medewerkers en de kas van het museum uitgeput achter. Blockbusters zijn organisatorisch en financieel niet vol te houden en bovendien niet duurzaam, beoogde Knol in het stuk. Ze laten enorme ecologische voetafdrukken achter. En wat doen we de schilderijen zelf aan, die in kisten en kratten de wereld worden overgevlogen? Andere museumdirecteuren sloten zich bij haar aan.

Maar status verplicht, zei een van hen, als je een internationaal bekend museum bent. En status krijg je door almaar groeiende bezoekersaantallen, lange rijen voor je museum, en een run op de voorverkoop van digitale toegangsbewijzen.

De website van het Rijksmuseum zuigt me naar binnen met Vermeers parels, oogopslagen, en bontkraagjes. Een geluksgevoel overvalt me

De discussie spookt door mijn hoofd als ik op een redelijk stille namiddag door het Rijksmuseum loop en blijf staan bij Het straatje van Vermeer. Ik kijk naar de muren van het huis, de scheuren en de later weer dichtgemetselde kieren, de ruitjes in de vensters, de kleuren van de luiken die op een subtiele manier elders in het schilderij weer terugkeren. Ik kijk naar de vrouwen die hun stille werkzaamheden verrichten, de kinderen die al meer dan driehonderd jaar in hun spel gevangen zijn. Het schilderij toont, misschien meer nog dan de andere werken van Vermeer, een wereld die er niet meer is en toch nog steeds bestaat.

Nog geen kwartier lopen van het Rijksmuseum kun je ze nog steeds vinden, de lege straten, de doorkijkjes, misschien zelfs nog een enkele vrouw die de stoep voor haar huis met een bezem schrobt. Die magische stilte in een wereldstad die steeds meer onder de voet wordt gelopen door miljoenen toeristen. Ze zoeken een wereld die aan het verdwijnen is omdat zijzelf, ikzelf, er deel van willen uitmaken.

Rijen in het Rijksmuseum c Frans de Wit

Er is een stormloop voor de Vermeertentoonstelling in het Rijksmuseum: alle 450.000 kaartjes zijn verkocht © Frans de Wit

Intussen is de Vermeergekte losgebarsten in het Rijksmuseum. Ik had mezelf beloofd er niet aan mee te doen. Waarom dringen in een rij als ik op een middag als deze Vermeers kan gaan bekijken in het Rijks of Mauritshuis? Waarom bijdragen aan de ecologische voetafdruk van de tentoonstelling? Nee, ik weiger dit keer.

Tot vrienden uit het buitenland zich melden om een logeerplek en om hulp bij het boeken van de toegangsbewijzen. Voor ik het weet zit ik vanachter mijn laptop koortsachtig naar de beste timeslots te zoeken. En dan gebeurt het. Is het de gewiekste marketing van het Rijks of is het de kunsthistoricus in me die zo gemakkelijk te verleiden is? De website van het Rijksmuseum zuigt me naar binnen met Vermeers parels, oogopslagen, en bontkraagjes. Een geluksgevoel overvalt me.

Ik weet dat ik straks anders naar Het straatje zal kijken als het in de buurt van het Gezicht op Delft uit het Mauritshuis hangt. Ik weet dat de vrouwen uit Het straatje zich anders gaan bewegen als ze in de buurt zijn van al die andere vrouwen die door Vermeer zijn geschilderd. Ik weet dat al die 28 werken van Vermeer een dialoog met elkaar zullen aangaan en dat er tijdens mijn bezoek aan de tentoonstelling iets zal gebeuren waarvoor Cees Nooteboom het juiste woord heeft gevonden: hekserij.

Gezicht op Delft en Het straatje c Rijksmuseum en Henk Wildschut

Vermeers Gezicht op Delft hangt naast Het straatje in het Rijksmuseum © Rijksmuseum / Henk Wildschut

Nu heb ik alleen nog een gedicht nodig dat me helpt om mijn schaamte over alweer Vermeer te overwinnen. Tomas Tranströmer schiet me te hulp als ik naar Het straatje kijk:

De heldere hemel staat tegen de muur geleund.
Hij is als een bede tot het lege.
En het lege wendt zijn gezicht tot ons
en fluistert:
“Ik ben niet leeg, ik ben open.”

Post van Johannes Vermeer

‘Brieven worden dichtgelakt, overhandigd, in ontvangst genomen. Er wordt op brieven gewacht. Ze liggen opgevouwen op tafel, worden geopend, gelezen, gekoesterd, verfrommeld, er komt er zelfs een op de vloer terecht. En er worden brieven geschreven, zoals hier, in dit schilderij van Vermeer. Schrijvende vrouw met dienstbode.’

Lees verder “Post van Johannes Vermeer”

Over Saturnin van Jakub Małecki

Hoe kan het dat de weg naar school korter is dan de weg terug? Waar bevindt zich dat magische rijk waar de bus op de terugweg twee kilometer méér aflegt? In Saturnin neemt de Poolse auteur Jakub Małecki ons mee naar de kindertijd van het sproetige jongetje Saturnin Markiewicz en naar de familiegeheimen die zijn volwassen leven zullen bepalen. Jakub Małecki gebruikte voor deze roman de dagboeken van zijn eigen grootmoeder en vond een prachtige vorm om een nieuw, verzonnen leven te geven aan de doden.

Saturnin werd vertaald door Karol Lesman en verscheen bij Querido. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 10 december 2022

Na de bevrijding

‘Er zijn nu eenmaal dingen die niet enkel het bewaren waard zijn. Men zou er zo luid over moeten schreeuwen dat iedereen het geschreeuw kan horen.’
De Poolse filosofe Barbara Skarga (1919-2009) schreef, jaren na haar bevrijding, haar indrukwekkende aantekeningen over tien jaar gevangenschap in de goelag. De parallellen met het heden zijn glashelder: de Russische retoriek over de noodzaak om het buurland te bevrijden van fascisten, mensen die op treinen oostwaarts worden gezet, honger als wapen, deportaties die evacuaties worden genoemd, schijnverkiezingen. Maar ook zonder die actualiteit is Na de bevrijding een betekenisvolle memoir met een krachtige boodschap: hoe mens te blijven in verschrikkelijke omstandigheden.

Na de bevrijding werd vertaald door Steven Lepez en van een voorwoord voorzien door Alicja Gescinska. Ik besprak het boek voor dagblad Trouw van 19 november 2022.

Een huis met vele vensters: over de biografie van Etty Hillesum

In de jaren tachtig behoorde ik tot de generatie die het dagboek van Etty Hillesum verslond. Ik volgde zelfs een jaar lang een studiekring die aan het dagboek was gewijd en in de vele jaren erna pakte ik het nog regelmatig uit de kast. Later schafte ik De nagelaten geschriften aan, dat niet alleen een uitgebreidere versie van het dagboek bevatte, maar ook vele brieven. In verschillende levensfases kon ik me met verschillende ‘Etty’s’ identificeren: haar liefdesgeschiedenissen, haar liefde voor de literatuur, haar zoektocht naar God, haar plek in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Ik herlas haar werk opnieuw toen ik directeur werd van Herinneringscentrum Kamp Westerbork en alweer kregen de teksten een hele betekenis. De brieven van Etty Hillesum uit kamp Westerbork behoren tot de meest aangrijpende ooggetuigenverslagen uit de ‘Westerbork-literatuur’.

Lees verder “Een huis met vele vensters: over de biografie van Etty Hillesum”

Collage coming out

Roman, een van de personages uit mijn eerste roman De draad en de vliegende naald, verzamelt woorden die hij knipt uit kranten, melkpakken, plastic flessen. Hij scheurt bladzijden uit boeken ‘zodat de letters een nieuw leven konden beginnen.’ Ik heb me altijd afgevraagd: wat zou hij verder met die woorden doen? Wat zou dat nieuwe leven kunnen zijn?

Toen ik een jaar of twee geleden een tijdje niet kon lezen – een beangstigende ervaring – moest ik steeds aan Roman denken. Hij had een briljante manier gevonden om zich woorden toe te eigenen. Uit woede over het niet-kunnen lezen begon ik net als hij woorden te verzamelen: honderden woorden, duizenden. Ik knip uit alles: tijdschriften en reclamefolders, catalogi en psalmboeken, de scheurkalender van mijn stiefdochter. Al die woorden bewaarde ik in een groene archiefdoos. Aparte sigarenkistjes vulden zich met ‘dieren’, ‘kleuren’, ‘eten’, ‘lievelingswoorden’. Simultaan begon ik ook plaatjes uit te knippen.

Lees verder “Collage coming out”