‘Waarom heb je Henryk Górecki gekozen’, vroeg ik haar na het concert. ‘Vanwege zijn akkoorden’, zei ze. ‘De harmonie. En vanwege die lange lijnen in zijn composities – de tijd in zijn muziek.’ Lees verder “De tijd van Henryk Górecki”
‘Waarom heb je Henryk Górecki gekozen’, vroeg ik haar na het concert. ‘Vanwege zijn akkoorden’, zei ze. ‘De harmonie. En vanwege die lange lijnen in zijn composities – de tijd in zijn muziek.’ Lees verder “De tijd van Henryk Górecki”
Ineens lijkt alles deze dagen over herinnering te gaan. Vandaag bevond ik me in het gezelschap van zo’n tweehonderd oorlogsoverlevenden en hun nabestaanden die hun herinneringen al meer dan twintig jaar delen met schoolkinderen, samen gaven ze de laatste twee decennia zo’n twintigduizend gastlessen, ze deelden hun herinneringen met naar schatting een half miljoen leerlingen.
Maar wat betekent dat, herinnering? Moeten onze herinneringen één op één gelijk zijn aan de historische feiten? Of is het de taak van een museum, een historicus of een docent om de historische waarheid te vertellen en mogen wij dan onze eigen herinneringen creëren als die ons helpen ons verleden te verwerken? En hoe delen we die met de ander? En op welke manier vervormen onze herinneringen zich als we hetzelfde verhaal iedere keer weer vertellen, memoires lezen van anderen die dezelfde of vergelijkbare gebeurtenissen hebben meegemaakt, of films bekijken waarin we onszelf herkennen?
Dat waren de vragen van vandaag. Maar het waren ook de vragen van gisteren, toen ik me ineens in het sprookjesachtige papieren theater van Frits Grimmelikhuizen bevond. Lees verder “Herinneringen in november”
In Goudzand van Konstantin Paustovski zijn een paar mooie korte verhalen opgenomen, waaronder het verhaal Sneeuw. Goede beginzin: ‘Nauwelijks een maand nadat Tatjana Petrovna bij hem een onderkomen had gevonden, stierf de oude Potapov.’ De jonge weduwe Tatjana blijft alleen achter met haar dochter Vanja en een oud kindermeisje. De winter is al vergevorderd als er brieven voor de oude Potapov worden bezorgd. Lang kan Tatjana haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. Op een zekere nacht, terwijl de grijze kater (‘Archip’) ligt te snurken op de divan, steekt ze een kaars aan en begint de brieven te lezen. Lees verder “Over het stelen van een ziel”
Ook na zestien jaar weet ik het nog precies: hoe ik op 10 februari 2001 om 17:00 uur mijn computer afsloot, mijn koffer de trap afzeulde, het allerlaatste afscheid vierde met vrienden en collega’s, hoe ik om 19:00 uur naar Warschau Centraal werd gebracht, op de Ost-West Express stapte die toen nog bestond en reed tussen Warschau en Hoek van Holland, hoe ik een coupé moest delen met een rokende man, Lees verder “Kajakarki”
‘Als ieder mens gelukkig is, zal er geen tijd meer zijn omdat deze niet meer nodig is. Een zeer juiste gedachte’, zegt Kirillov in Dostojevski’s Boze Geesten. ‘Waar laten ze hem dan?’, vraagt Stavrogin hem. ‘Nergens’, zegt Kirillov. ‘De tijd is geen ding, maar een idee. Het zal uitdoven in het verstand.’
Ergens in Polen moest een huis leeg met een bibliotheek waarin de mijne zich jarenlang had gespiegeld, al klopten de talen soms niet helemaal. Lees verder “Duizend boeken”
Heimwee, het blijft zo geheimzinnig, een gemoedstoestand die soms uit het niets opduikt en dan een plaats of een persoon zoekt om zich aan vast te hechten. Zondag lunchten we bij vrienden van F. in Barcelona en ik weet niet waar dat heimwee ineens vandaan kwam, misschien was het de foto aan de muur tegenover me, Men in the cities/Untitled (Eric) van Robert Longo. Een man staat swingend op een dak, is het een doodsstrijd of een levensdans, is hij net geland of stijgt hij op? Lees verder “Heimwee”
“Dit is een goed moment om de maple syrup van Ferdinand open te maken”, zeg ik op 3 december tegen mijn gasten, en ik zet de griesmeelpudding op tafel.
De zelfgemaakte Canadese maple syrup uit New York zit verstopt in een
Hollands bierbeugelflesje. Plop.
“Ferdinand?”, vraagt een van de gasten.
“Ja”, zeg ik. “Havermout in New York.” Lees verder “Ontbijt in New York”
Na de presentatie van De draad en de vliegende naald afgelopen donderdag is het nu de hoogste tijd voor een schrijfretraite, mijn tweede roman is al weken ongeduldig aan het bonzen vanwege te weinig aandacht. Voor schrijfretraites zijn drie plekken mogelijk: thuis, Kraków, het huisje. Het huisje (‘hé, het ruikt hier naar huisje’, zegt G. altijd als we er na maanden afwezigheid weer binnenkomen) bevindt zich in een doodstil Ardeens bos. Lees verder “Onthaast praten”