Kunst achter kapotgeschoten ramen

Het verschijnsel van de “noodnamen” in de kunstgeschiedenis amuseert me iedere keer weer. Kunsthistorici bedenken zo’n naam voor een maker wiens identiteit we niet kennen. Omdat het meestal om kunstenaars uit de middeleeuwen gaat, zijn de noodnamen vaak prachtig poëtisch. Wat te denken van de Meester van het Amsterdamse sterfbed van Maria, de Meester van het Geborduurde Loofwerk, of de Meester van de Spraakzame Handen?

De Meester van de Khanenko-Aanbidding, ‘De Aanbidding der Wijzen’, Bohdan en Varvara Khanenko Museum, Kiev © Wikimedia

Lees verder “Kunst achter kapotgeschoten ramen”

Drinkebroers, schutters en schalks kijkende vrouwen: Frans Hals in het Rijksmuseum

Deze bespreking verscheen eerder op de website van De Lage Landen


Als je de tentoonstelling Frans Hals in het Rijksmuseum binnenloopt, houdt het museum de schilderijen nog even voor zich. In neonletters licht zijn naam op, in zwart-wit worden zijn woeste penseelstreken psychedelisch uitvergroot. Wat gaan we hier zien? Wat gaan we ervaren? “Rauw”, schrijft de eerste zaaltekst en De vrolijke drinker zwaait ons tegemoet, een goed gevulde berkenmeier wankelend op zijn vingertoppen, alsof hij wil zeggen: pak een glas, kom binnen, ik stel je voor aan mijn vrienden.

Lees verder “Drinkebroers, schutters en schalks kijkende vrouwen: Frans Hals in het Rijksmuseum”

Teun op de Tefaf

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen


Op weg naar de internationale kunstbeurs TEFAF in Maastricht pak ik Parkeren in Hilversum (Van Oorschot, 2024) uit mijn tas, de nieuwste titel van Detlev van Heest. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk: ik hou van de dagboekachtige vorm, de dialogen, de absurdistische scènes en de ingehouden humor. En ik bewonder Van Heest om zijn ingetogen, bijna onzichtbare pen waarmee hij grote emoties weet te beschrijven.

Lees verder “Teun op de Tefaf”

Leopold Lewicki, Karol Hiller en de Tefaf


Je moet even boven gaan kijken’, roept H. me toe als we elkaar tegenkomen op TEFAF. ‘Een Poolse galerie!’ Boven aangekomen kan ik mijn ogen bijna niet geloven. Verscholen in een hoek bevindt zich de stand van Olszewski Ciacek, een vrij jonge galerie uit Warschau die voor het eerst aan Tefaf meedoet. Het is sowieso voor het eerst dat een Poolse kunsthandel zich op Tefaf presenteert – en hoe!

Lees verder “Leopold Lewicki, Karol Hiller en de Tefaf”

Roeland Savery schilderde de sprookjeswereld van de keizer

Deze tekst verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Savery Orpheus betovert de dieren met zijn muziek 1627 Mauritshuis Den Haag

Roelant Savery, Orpheus betovert de dieren met zijn muziek, 1627 © Mauritshuis, Den Haag


Het is een sensationele ervaring om in het schilderij rond te dwalen. Het leeuwenkoppel en de paarden, de damherten en de reeën, een kameel en een neushoorn, een kaketoe, kippen en een haan, en, jawel, de dodo. Vogels in allerlei soorten trippelen tussen de tulpen of vliegen tussen het lover en de rotspartijen, sommige met vreemd stijve poten.

Lees verder “Roeland Savery schilderde de sprookjeswereld van de keizer”

Verkleden om het leven te vieren

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen.

Verkleedminiatuur c Nationalmuseum Stockholm

Verkleedminiatuur © Nationalmuseum Stockholm

Tijdens mijn laatste minuut op de roeimachine herken ik haar onmiddellijk als ze de sportschool binnen komt lopen: Y. Ditmaal draagt ze een fantastisch grasgroen hoedje, gecombineerd met een nepbontjackje in dezelfde kleur. Besmuikt kijk ik naar mijn eigen flodderige joggingbroek en eeuwenoude T-shirt waarin ik mijn kilometers roei. Even later staan we buiten. “Hoeden?”, zegt Y., als ik haar bewonderend aanspreek over het dopje op haar hoofd. “Ik heb er 250!

Lees verder “Verkleden om het leven te vieren”

Ode aan het prikbord

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Samuel van Hoogstraten Trompe loeil stilleven c Dordrechts Museum

Samuel van Hoogstraten, Trompe-l’oeil stilleven, 1664, (c) Dordrechts Museum

Ieder jaar weet ik dat het een illusie is en toch geloof ik er altijd weer een paar dagen in: dat ik op 1 januari opnieuw kan beginnen. Het is ook een illusie te denken dat de dagen tussen kerst en oudjaar bij uitstek geschikt zijn om me op dat nieuwe begin voor te bereiden – toch koester ik die zelfbedachte magie.

Lees verder “Ode aan het prikbord”

De dood en het mysterie van de dingen

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

David Bailly Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder c Museum De Lakenhal Leiden

David Bailly, Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder, 1651 © Museum De Lakenhal Leiden

“De wonderlijke stilte van de dode.” Dat is de eerste zin uit de nieuwe essaybundel van Marjoleine de Vos En steeds is alles er. Over missen en herinneren.

Lees verder “De dood en het mysterie van de dingen”

Oorlog, altijd opnieuw

Oorlogen stoppen ooit, poëzie niet. Met dat motto stimuleert het Oekraïense ministerie van Cultuur de bevolking om te schrijven. Op de website van het ministerie zijn inmiddels meer dan 32.000 gedichten te lezen die door iedereen, vanuit het hele land, worden ingestuurd.

Dichter bij huis stopt ook Esther Jansma niet met schrijven. In de week dat er opnieuw een verschrikkelijke oorlog is uitgebroken, plaatst ze op haar Facebookpagina haar gedicht Muur.

Het is zoals wij zeggen dat het is, eenvoudig
hier en wij, hier in ons wijde huis
gebouwd van landschap, gras dat wij begrijpen
en beweiden, wegen, water, akkerland.

Het gedicht zoemt weer door mijn hoofd wanneer ik later een enorm wandtapijt in het Zeeuws Museum sta te bewonderen.

Lees verder “Oorlog, altijd opnieuw”

Anna en Edith, Edith en Anna

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Edith Meijering, Twee eksters, 2008 © Particuliere collectie

In de Musea Zutphen sta ik voor een bijzonder schilderij aan een muur in de kleur van aardbeienijs. Op de voorgrond van het kleine doek trippelen twee eksters. Allebei hebben ze een trouwring buitgemaakt, waar een van de eksters wat verbaasd naar kijkt.

Lees verder “Anna en Edith, Edith en Anna”