Leopold Lewicki, Karol Hiller en de Tefaf


Je moet even boven gaan kijken’, roept H. me toe als we elkaar tegenkomen op TEFAF. ‘Een Poolse galerie!’ Boven aangekomen kan ik mijn ogen bijna niet geloven. Verscholen in een hoek bevindt zich de stand van Olszewski Ciacek, een vrij jonge galerie uit Warschau die voor het eerst aan Tefaf meedoet. Het is sowieso voor het eerst dat een Poolse kunsthandel zich op Tefaf presenteert – en hoe!

Lees verder “Leopold Lewicki, Karol Hiller en de Tefaf”

Ode aan het prikbord

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Samuel van Hoogstraten Trompe loeil stilleven c Dordrechts Museum

Samuel van Hoogstraten, Trompe-l’oeil stilleven, 1664, (c) Dordrechts Museum

Ieder jaar weet ik dat het een illusie is en toch geloof ik er altijd weer een paar dagen in: dat ik op 1 januari opnieuw kan beginnen. Het is ook een illusie te denken dat de dagen tussen kerst en oudjaar bij uitstek geschikt zijn om me op dat nieuwe begin voor te bereiden – toch koester ik die zelfbedachte magie.

Lees verder “Ode aan het prikbord”

De dood en het mysterie van de dingen

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

David Bailly Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder c Museum De Lakenhal Leiden

David Bailly, Vanitasstilleven met portret van een jonge schilder, 1651 © Museum De Lakenhal Leiden

“De wonderlijke stilte van de dode.” Dat is de eerste zin uit de nieuwe essaybundel van Marjoleine de Vos En steeds is alles er. Over missen en herinneren.

Lees verder “De dood en het mysterie van de dingen”

Oorlog, altijd opnieuw

Oorlogen stoppen ooit, poëzie niet. Met dat motto stimuleert het Oekraïense ministerie van Cultuur de bevolking om te schrijven. Op de website van het ministerie zijn inmiddels meer dan 32.000 gedichten te lezen die door iedereen, vanuit het hele land, worden ingestuurd.

Dichter bij huis stopt ook Esther Jansma niet met schrijven. In de week dat er opnieuw een verschrikkelijke oorlog is uitgebroken, plaatst ze op haar Facebookpagina haar gedicht Muur.

Het is zoals wij zeggen dat het is, eenvoudig
hier en wij, hier in ons wijde huis
gebouwd van landschap, gras dat wij begrijpen
en beweiden, wegen, water, akkerland.

Het gedicht zoemt weer door mijn hoofd wanneer ik later een enorm wandtapijt in het Zeeuws Museum sta te bewonderen.

Lees verder “Oorlog, altijd opnieuw”

Anna en Edith, Edith en Anna

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Edith Meijering, Twee eksters, 2008 © Particuliere collectie

In de Musea Zutphen sta ik voor een bijzonder schilderij aan een muur in de kleur van aardbeienijs. Op de voorgrond van het kleine doek trippelen twee eksters. Allebei hebben ze een trouwring buitgemaakt, waar een van de eksters wat verbaasd naar kijkt.

Lees verder “Anna en Edith, Edith en Anna”

Het canongevoel

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Jan Verburg, tentoonstelling The Fly, Bergkerk Deventer, zomer 2023

Toen ik aan het begin van de zomer door het ILFU – het Internationaal Literatuur Festival Utrecht – werd gevraagd een lijstje te maken van de tien Poolse romans die iedereen moet lezen om de Poolse literatuur te leren kennen, was dat een pittige en plezierige klus. Wat is er fijner dan het canongevoel, waarbij je, al is het maar even, in de illusie verkeert dat de wereld in een lijst van tien punten te vatten is? Of de vroegmoderne Nederlandse en Vlaamse kunst in honderd meesterwerken?

Lees verder “Het canongevoel”

Kan een everywoman geen heldin zijn?

Deze column verscheen eerder op de website van De Lage Landen

Afbeelding: Moments Contained, Thomas J. Price (2023) © Spinster / Wikipedia

“In haar maandelijkse column kijkt kunsthistoricus Gerdien Verschoor met een hedendaagse blik naar de erfenis van de oude meesters van de Lage Landen”, zo staat mijn column aangekondigd op de website van delagelanden.com Die opdracht werd deze maand enigszins op de proef gesteld.

Eerst zag ik de prachtige tentoonstelling van de Italiaanse Sofonisba Anguissola (ca. 1532-1625) in Rijksmuseum Twenthe in Enschede. En nu volg ik gefascineerd het debat dat is ontstaan rondom het beeld Moments Contained van Thomas J. Price. Sinds begin juni is ze te zien voor het Centraal Station van Rotterdam: een vier meter hoog zwart meisje met het haar in een knot, gekleed in een trainingspak, sneakers aan haar voeten.

Geen sokkel

Op een sokkel staat ze niet: het is een ‘everywoman’ – een gewone vrouw, de handen gebald in de zakken van haar trainingsbroek. Het werk werd aangekocht door Stichting Droom en Daad en geschonken aan de stad Rotterdam. Meteen nadat het beeld geplaatst was, barstte de discussie los.

Rosanne Herzberger, columniste van NRC, gooide op 3 juni de knuppel in het hoenderhok. Ze vindt het beeld “erger dan saai en onoprecht […], een product van een maatschappelijke stroming waarin het volstaat om een gemarginaliseerde partij te zijn om sympathie te krijgen. Alleen maar vrouw zijn, een beperking hebben, een hoofddoek dragen, een donkere huidskleur of liefst een combinatie hiervan is genoeg om op het schild gehesen te worden, en helemaal in de culturele sector.” En ze vervolgt: “Een standbeeld voor iedereen is een belediging voor mensen die wél heldendaden verrichten.”

Een “held”, zegt de Dikke Van Dale, “is iemand die uitblinkt door moed”. Een heldendaad: “een dappere daad”.

“Dikwijls is de machtigste persoon in de ruimte diegene die op de achtergrond blijft, of die wat aan het prutsen is, of die niet kaarsrecht zit met een glimlach om de mond”, zei Price in een interview met The Guardian. Hij maakte een hele serie grote monumentale sculpturen van hedendaagse figuren die hij ‘everymen’ en ‘everywomen’ noemt. Het zijn denkbeeldige personages die alledaagse dingen doen: ze kijken op hun telefoon, of ze staan, zoals de everywoman in Rotterdam, met de handen in de zakken voor zich uit te kijken. Ze zijn alledaags en stralen toch een enorme strijdbaarheid uit.

In een ander interview zegt de kunstenaar dat dit werk gaat over de ervaring weggezet te worden als ‘de ander’ – de emoties die die ervaring oproept zijn gevat in dit ene moment. Vandaar ook de titel: Moments Contained.

Andere sterke vrouwen

Het beeld van Price doet me denken aan andere sculpturen van sterke vrouwen. In hetzelfde Rotterdam: het monumentale beeld van koningin Wilhelmina door Charlotte van Pallandt (1898-1997). In Brussel: het standbeeld van Gabrielle Petit door Egide Rombaux (1865-1942), de drieëntwintigjarige spionne die in 1916 door de Duitsers werd gefusilleerd. David Van Reybrouck ging in zijn prachtige roman Slagschaduw op zoek naar het model dat voor het beeld poseerde.

Wilhelmina Gerhardt Petit

‘Wilhelmina’, Charlotte van Pallandt; ‘Ida Gerhardt’, Herma Schellingerhoudt en ‘Gabrielle Petit’, Egide Rombaux © Jannes Linders / BKOR; Inzutphen.nl; DimiTalen / Wikipedia

Of in mijn eigen Zutphen, het beeldje van de dichteres Ida Gerhardt door Herma Schellingerhoudt – niet bepaald een everywoman, maar toch een standbeeld zonder sokkel. En als we het dan toch over beelden van helden op sokkels hebben: in Assen word je bij het station door een gigantische hond begroet!

Zelf ben ik verward door de column van Herzberger. Ben ik een naïeve wokist? Zoek ik helden waar ze niet zijn? Beledig ik daarmee ‘echte’ helden? Het is juist de zelfbewuste kracht die het beeld uitstraalt waarvan ik onder de indruk ben. En ik niet alleen. De eerste demonstratie bij de everywoman heeft al plaatsgevonden: die voor gerechtigheid voor Sanda Dia, de Vlaamse student die in 2018 om het leven kwam bij een gewelddadige ontgroening.

Sofonisba

Maar mijn beeld is ook gekleurd door andere standbeelden die ik in mijn visuele geheugen heb opgericht. Standbeelden die vrouwen oprichtten voor elkaar – en voor zichzelf. Sofonisba Anguissola maakte een onvergetelijk groepsportret van haar schakende zusjes. Ze schilderde treffende zelfportretten.

En ja, daar is gelukkig de verbinding met de oude meesters uit de Lage Landen. Want Sofonisba moet het Zelfportret van Catharina van Hemessen (1527 of 1528 – na 1587) uit 1548 gekend hebben: ze liet zich er zichtbaar door inspireren. Catharina van Hemessen was de vroegste Zuid-Nederlandse renaissanceschilderes van wie gesigneerd werk bewaard is gebleven. Haar zelfportret is het bekendste en oudst bewaarde zelfportret van een vrouw uit de Lage Landen.

Van Hemessen Sofonisba Anguissola

‘Zelfportret’, Catharina van Hemessen (1548); ‘Het schaakspel’ (1555) en ‘Zelfportret bij de schildersezel’, Sofonisba Anguissola (1556) © Kunstmuseum Basel; The Raczyński Foundation, Muzeum Narodowe w Poznaniu, Poznan; Muzeum – Zamek w Łancucie, Łancut

Nee, Catharina heeft haar handen niet gebald in haar broekzakken als teken van weerbaarheid. Ze heeft een andere manier gevonden om zichzelf te realiseren, een manier die paste bij haar tijd en milieu. In haar handen houdt ze palet en penseel. Als een held iemand is die uitblinkt door moed, dan is dat Catharina van Hemessen wel, met haar zelfbewuste blik op dat allereerste zelfportret van een vrouw.

Ik kijk haar aan, en ze kijkt terug. En ondertussen bal ik mijn vuisten in de zakken van mijn joggingbroek, net als dat zwarte meisje dat zo stoer en toch zo kwetsbaar in Rotterdam staat en daar nog wel even het gesprek van de dag zal zijn.

Schakende meiden en een Poolse edelman

Misschien is het wel het eerste groepsportret in de kunstgeschiedenis dat alleen vrouwen afbeeldt: Het schaakspel van Sofonisba Anguissola (ca 1535 – 1625). Maar dat is niet wat dit schilderij zo bijzonder maakt. Want als je ernaar kijkt, voel je je meteen in de voorstelling opgenomen, alsof je zelf ook aan het schaakbord zit in je jurk van goudbrokaat. Je bent onderdeel van een spel van ogen en handen. Blikken en gebaren vliegen over tafel.

Sofonisba Anguissola, Het schaakspel, 1555, olieverf op doek, 72 x 97 cm.
The Raczyński Foundation, Nationaal Museum Poznań

Tegenover je zit Europa, het jongste meisje van het gezelschap. Lachend (je ziet haar tanden! – als ze niet zo jong was, zou dit ongepast zijn voor een dame) kijkt ze haar zusje Minerva aan terwijl ze haar linkerhand op tafel legt. Minerva op haar beurt kijkt naar haar oudere zus Lucia terwijl ze haar hand opheft en iets tegen haar zegt. Heeft ze gewonnen? Of wordt er vals gespeeld? En Lucia, die met haar rechterhand een schaakstuk verplaatst en met haar linkerhand beschermend de buitgemaakte koningin omsluit, kijkt naar jou. Of nee, natuurlijk kijkt ze niet naar jou, maar naar degene die haar portretteert: haar oudste zus Sofonisba. En er is nog iemand die meekijkt met het spel: de dienstbode helemaal rechts op het schilderij.

En zelf kijk je ook: naar parels in kapsels, naar kanten manchetten, naar het fijngepenseelde landschap dat zich achter het groepje vrouwen ontvouwt. De kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari, tijdgenoot van Sofonisba was bijzonder van het schilderij onder de indruk. De portretten van Sofonisba leken volgens hem werkelijk te leven, en kwamen aan niets tekort, ‘behalve aan spraak’, zo noteerde hij nadat hij het schilderij bij de Anguissola’s thuis in Cremona had gezien.

Lees verder “Schakende meiden en een Poolse edelman”

Landschapspijn

Misschien komt het door de langer wordende avonden dat het me nu pas opviel: aan de overkant van de rivier de IJssel is een rotonde gebouwd. Ineens zijn er straatlantaarns in de plaats gekomen van de donkere ruimte die ik zag als ik ’s nachts vanaf mijn dakterras over de IJssel keek. Het stille en vertrouwde duister heeft plaatsgemaakt voor een lelijk blauw licht, dat het slapende landschap met het grijze water, de uiterwaarden en de koeien in zich heeft opgenomen en uitspuugt met een hardheid die pijn doet aan je ogen.

Wat heeft dat met dit prachtige schilderij van Jan van Eyck te maken?

Lees verder “Landschapspijn”