Als ik terugkeer van de markt, kom ik langs de IJssel mijn buurman tegen. ‘Ik ben op weg naar de kapper’, roept hij. ‘Heerlijk!’
Als ik terugkeer van de markt, kom ik langs de IJssel mijn buurman tegen. ‘Ik ben op weg naar de kapper’, roept hij. ‘Heerlijk!’