Misschien is het wel het eerste groepsportret in de kunstgeschiedenis dat alleen vrouwen afbeeldt: Het schaakspel van Sofonisba Anguissola (ca 1535 – 1625). Maar dat is niet wat dit schilderij zo bijzonder maakt. Want als je ernaar kijkt, voel je je meteen in de voorstelling opgenomen, alsof je zelf ook aan het schaakbord zit in je jurk van goudbrokaat. Je bent onderdeel van een spel van ogen en handen. Blikken en gebaren vliegen over tafel.
Tegenover je zit Europa, het jongste meisje van het gezelschap. Lachend (je ziet haar tanden! – als ze niet zo jong was, zou dit ongepast zijn voor een dame) kijkt ze haar zusje Minerva aan terwijl ze haar linkerhand op tafel legt. Minerva op haar beurt kijkt naar haar oudere zus Lucia terwijl ze haar hand opheft en iets tegen haar zegt. Heeft ze gewonnen? Of wordt er vals gespeeld? En Lucia, die met haar rechterhand een schaakstuk verplaatst en met haar linkerhand beschermend de buitgemaakte koningin omsluit, kijkt naar jou. Of nee, natuurlijk kijkt ze niet naar jou, maar naar degene die haar portretteert: haar oudste zus Sofonisba. En er is nog iemand die meekijkt met het spel: de dienstbode helemaal rechts op het schilderij.
En zelf kijk je ook: naar parels in kapsels, naar kanten manchetten, naar het fijngepenseelde landschap dat zich achter het groepje vrouwen ontvouwt. De kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari, tijdgenoot van Sofonisba was bijzonder van het schilderij onder de indruk. De portretten van Sofonisba leken volgens hem werkelijk te leven, en kwamen aan niets tekort, ‘behalve aan spraak’, zo noteerde hij nadat hij het schilderij bij de Anguissola’s thuis in Cremona had gezien.
Sofonisba kwam uit een welvarende familie en was de oudste van zeven kinderen: zes zussen en een broertje. Ze groeide op in een omgeving waar vrouwen een culturele opvoeding genoten. En omdat het met zes dochters moeilijk was om de bruidsschatten bij elkaar te schrapen, zagen haar ouders de culturele bagage van hun dochters als een alternatieve bruidsschat. Al jong ging Sofonisba in de leer bij bekende schilders als Bernardo Campi en Bernardino Gatti. Haar zelfportretten stuurde ze rond bij wijze van visitekaartje en haar roem snelde haar vooruit.
Haar talent bracht haar naar het Spaanse hof, waar ze zich bekwaamde in de officiële portretschilderkunst. Haar penseel werd nog verfijnder, haar gevoel voor details nog minutieuzer, haar oog voor het karakter van de geportretteerden nog scherpzinniger. Na bijna veertien jaar keerde ze terug naar Italië. Eerst trouwde ze met de handschoen met Fabrizio de Moncada, en toen deze na enige jaren overleed trouwde ze opnieuw (zonder haar broer of het Spaanse hof om toestemming te vragen!) met de Genuese kapitein Orazio Lomellino.
Ze overleed op de zeer hoge leeftijd van ongeveer negentig jaar. Enkele maanden voor haar dood kreeg ze bezoek van Anthony van Dyck (1599-1641) die een indrukwekkend portret van haar maakte. De ontmoeting moet grote indruk op Van Dyck hebben gemaakt. Hij vond Sofonisba een ‘wonderbaarlijke schilder’ met een goed geheugen, pienterheid en vaste hand. En ook al was ze inmiddels blind, nog steeds kon ze advies geven over de beste manier om licht in een portret te laten vallen en gelaatstrekken en rimpels te verzachten.
Terwijl ik in Enschede naar Het Schaakspel sta te kijken, voel ik over mijn schouders de blik van vele eerdere eigenaars. In mijn geval is dat natuurlijk weer eens een Poolse edelman. Athanasius Raczyński reisde aan het begin van de negentiende eeuw heel Europa af om schilderijen te kopen voor een galerij die hij voor het publiek wilde openstellen. Over hem verscheen vorig jaar een prachtige biografie bij uitgeverij Brill (Michał Mencfel, Athanasius Raczyński (1788-1874). Aristocrat, Diplomat, and Patron of the Arts, Leiden | Boston 2022). Raczyński verzamelde niet alleen kunst, maar bewaarde ook al zijn brieven, rekeningen, krantenknipsels en tentoonstellingscatalogi die te maken hadden met zijn activiteiten als verzamelaar in zijn Libri veritatis (De boeken van de waarheid).
Daardoor weten we dat hij Het Schaakspel voor 3000 francs van Lucien Bonaparte in Parijs kocht op 31 december 1823. In zijn Libri veritatis plakte hij een ets van een Monsieur Dumon die hij op de dag van de aankoop cadeau van hem had gekregen. Het schilderij had toen al een lange weg achter de rug: van kardinaal Fulvio Orsini in Rome, was het via vererving aan Odoardo Farnese in Napels uiteindelijk in de collectie van Lucien Bonaparte in Parijs terechtgekomen.
In zijn Berlijnse huis aan Unter der Linden richtte Raczyński zijn kunstgalerij in met al zijn aankopen. Op 3 augustus 1836 organiseerde hij een opening voor zijn vrienden en daarna stelde hij zijn collectie open voor het publiek. In deze kleine, maar fijne galerij, die in Berlijn al snel groot aanzien genoot, waren schilderijen uit verschillende landen en eeuwen bij elkaar gebracht. In de wand tegenover de ingang hing hij drie grote werken, onder andere een Canaletto uit de verzameling van de laatste Poolse koning. Op de wand ertegenover hing hij de kleinere werken in een mooie esthetische opstelling:
Het schaakspel hing temidden van andere Italianen als Botticelli en Domenichino, en Nederlandse werken die door Raczyński waren toegeschreven aan onder andere Jan van Scorel en Quentin Massys:
Uiteindelijk (in 1903) kwam de verzameling van Raczyński terecht in het Nationaal Museum van Poznań. Daar zag ik Het schaakspel jaren geleden voor het eerst, temidden van andere werken uit zijn collectie. Maar die verbleekten als ik voor Het schaakspel stond: die speelse, vrolijke en tegelijkertijd ernstige voorstelling die ons een prachtig inkijkje geeft in een intiem moment uit het leven van Sofonisba Anguissola.
Sofonisba Anguissola. Portrettist van de Renaissance. Nog tot en met 11 juni in Rijksmuseum Twenthe
Bronnen:
Catalogus van de tentoonstelling Sofonisba Anguissola. Portrettist van de Renaissance, Rijksmuseum Twenthe Enschede (Zwolle: Waanders, 2023)
Michał Mencfel, Athanasius Raczyński (1788-1874), Aritocrat, Diplomat, and Patron of the Arts, (Leiden | Boston: Brill, 2022)
Piotr Michałowski, Galeria Atanazego Raczyńskiego, Muzeum Narodowe w Poznaniu (Poznań, 2005)
En een prachtige website, in het Spaans, over Sofonisba: Cuaderno de Sofonisba