Het is alweer jaren geleden dat de moeder van mijn toenmalige Poolse geliefde werd begraven. Tot onze verbijstering lag ze opgebaard onder een groot Mariabeeld. Maar de haren rezen ons pas echt te berge toen we haar ten grave droegen. Vanaf de wagen die haar kist naar het graf vervoerde schalde een luid Ave Maria. Niemand had eraan gedacht om deze optie door te strepen toen de uitvaart werd geregeld. Een Ave Maria voor een dame die de Holocaust had overleefd door in 1939 naar de Sovjet-Unie te vluchten, die na de pogroms in Kielce (1946) haar achternaam had veranderd, die nooit iemand zou zeggen dat ze Joods was, al had ze ‘iets wat waardige medeburgers beschreven als ehm’. ‘Het uiterlijk van iemand met, ehm, een bepaalde afkomst. Maar wat voor afkomst? Ehm. Pfff.’
De anekdote herhaalt zich bijna letterlijk in Dingen die ik niet heb weggegooid van de Poolse auteur en grafisch ontwerper Marcin Wicha.
‘En wat doen we met de muziek?’, vraagt de uitvaartbegeleider hem na het overlijden van zijn moeder. ‘Het is een seculiere ceremonie, maar hebben jullie iets tegen Ave Maria?’ Het is ook Wicha die de afkomst van zijn moeder door waardige burgers laat beschrijven als ‘Ehm. Pfff.’ Want Joods kon je in het naoorlogse Polen maar beter niet zijn.
Lees verder “Over ‘Dingen die ik niet heb weggegooid’ van Marcin Wicha”


In dit veel te lange blog ga ik proberen u te verleiden tot het lezen van een veel te dik boek met veel te veel personages en een veel te lange ondertitel. De Jacobsboeken. Een grote reis over zeven grenzen, door vijf talen en drie grote religies, de kleine niet meegerekend. Verteld door de doden, en door de auteur aangevuld met behulp van conjunctuur, uit vele uiteenlopende boeken geput, alsmede geholpen door de imaginatie, die de grootste natuurlijke gave is van de mens. Voor de Wijzen pro Memorie, voor mijn Landgenoten ter Reflectie, voor de Leken tot Lering, en voor de Melancholici evenwel tot Vermaak. 
