Grote en kleine wonderen


Het is alsof hij zojuist is geland: de metersgrote engel in het Pinsel Museum in Lviv, Oekraïne. Het is een warreling van hout waarin de hand van de meester overal zichtbaar is. Beeldsnijder Johann Pinsel gaf zijn engel een gespierd lichaam, een vrouwenkapsel, en magistrale vleugels waarin hij met beitels en messen de veren heeft weergegeven. Tussen de afgebroken vingers van de engel bevindt zich een lege ruimte: misschien hield hij ooit een lelie vast waarmee hij Maria de blijde boodschap van haar onbevlekte zwangerschap bracht. De bloem is verdwenen, net als Maria zelf. Het meeste werk van Pinzel is verdwenen: verloren gegaan in revoluties, oorlogen, en het nietsontziende iconoclasme van Jozef Stalin.

Over Johann Pinsel weten we niet veel. We weten niet wanneer hij geboren is, of waar, of wie zijn leermeesters waren. Hij was werkzaam ergens in Roethenië, op het snijvlak van Polen en Oekraïne, en kwam in dienst van de Poolse edelman Mikołaj Potocki. Tot aan zijn overlijden in 1761 of 1762 werkte hij in stadjes als Monostryryska, Budzanów, en Horodenka. Overal liet hij zijn reusachtige scherp gesneden beelden achter: Abraham op het moment dat hij Izaak gaat offeren, Johannes en de treurende Maria, hele engelenvolken. Pinsels taal, op de grens van barok en rococo, is expressief: zijn figuren wervelen, gebaren, en wenen. Om het hemelse karakter van zijn figuren te benadrukken, kleedde hij ze soms in gouden gewaden. Die gewaden zijn curieus genoeg niet gesneden, maar gemaakt van een soort dikke jute die losjes om de beelden heen is gedrapeerd. Het moet een indrukwekkende ervaring zijn geweest voor de gelovigen die een kerk betraden waar de meester zijn beelden had achtergelaten. Bij flakkerend kaarslicht wierpen de engelen en heiligen van Monostryryska, Budzanów en Horodenka spookachtige schaduwen op de muren. De meeste kerken zijn nu leeg en het mysterie is er voorgoed uit verdwenen: de restanten van Pinsels artistieke nalatenschap zijn uit de puinhopen opgedolven en bijeengebracht in een museum dat ook ooit een kerk is geweest.

Het was gek om het werk van Pinsel te zien in dezelfde week waarin ik de tentoonstelling ‘Small Wonders’ in het Rijksmuseum bezocht. Geen monumentaliteit, grote gebaren, klapperende vleugels, maar ingetogen religieuze voorstellingen gesneden uit stukjes hout die niet groter zijn dan een walnoot. Mijn Amsterdamse lieveling is natuurlijk het lezende mannetje, zo groot als een haartje in het oog van Pinsels engel.