Eiland

Hij sliep met zijn kleren aan onder twee dekbedden van eendendons. Soms trok hij, al half in slaap, zijn muts tot over zijn oren. Dan moest het buiten wel zo’n twintig graden vriezen en binnen, in de woonkamer waar nu ook zijn bed stond, kwam de temperatuur niet boven het vriespunt uit.

’s Morgens, als het licht begon te worden, of nog eerder, werd hij wakker van het jonge katertje dat zomaar aan was komen lopen. Ruw tongetje dat over zijn oogleden schraapte en aan zijn baard likte. Dan stak hij zijn vingers in de gaten van zijn vingerloze handschoenen, stapte in zijn pantoffels, en liep naar de keuken om het vuur nieuw leven in te blazen. Hout, kooltjes, ketel die begon te zingen, de enige vorm van muziek die hij in dagen hoorde. Een theezakje gaat gemiddeld zeven bekers mee, de hete stoom die het keukenraam beschilderde.

Lees verder “Eiland”