Gangsters in Warschau

Moisje Bernstein is in de zomer van 1937 zeventien jaar oud als de Warschause bokser en gangster Jakub Shapiro zijn ouderlijke woning binnenstormt, vader aan zijn lange baard naar buiten sleurt, hem in de kofferbak van zijn Buick gooit, en er met onbekende bestemming vandoor gaat. Op die dag laat Moisje zijn zeven baardharen afscheren en trekt zijn lange kleren uit. Weg met dat kwetsbare, magere Joodje uit de verpauperde Nalewkistraat, de arme zoon van een niemand. Hij, Moisje Bernstein, besluit te worden als Jakub Shapiro, die ‘lange, knappe Jood met de brede schouders en machtige rug van een Makkabese bokser’ die maar één droom heeft: de koning worden van de Warschause onderwereld.

Lees het vervolg van mijn recensie van dit bijzondere boek voor Trouw Letter en Geest hier.