Anton Valens en zijn kniebuiging voor de ezel


‘De kunstgeschiedenis is weinig anders dan een lang uitgesponnen wasmachineprogramma. Voorspoelen, temperatuur instellen, inzepen, spoelen (het eigenlijke wassen), naspoelen, centrifugeren en drogen. Schoonheid is een cyclisch proces. Waar het om gaat is je geliefd maken. Dat kun je het beste zo onopvallend mogelijk doen.’

Als je je kerstboom nog niet hebt opgeruimd, leg er dan nog snel dit cadeau onder, voor je geliefde of gewoon voor jezelf. Want Een kniebuiging voor de ezel. Over tekenen en schilderen van Anton Valens is een grappig, mooi en wijs boek over kunst en (een beetje) kunstgeschiedenis.

De veel te vroeg gestorven Valens (1964-2021) publiceerde tijdens zijn leven zeven romans, een achtste boek verscheen postuum. Hij won literaire prijzen en stond op goede longlists. Dat Valens naast schrijver ook beeldend kunstenaar was, opgeleid aan de Rietveldacademie en de Rijksacademie in Amsterdam, is veel minder bekend. Ik las – en herlees – zijn werk graag, maar kende zijn beeldende werk nauwelijks. En ik had er geen idee van dat dubbeltalent Valens zo schitterend over kunst kon schrijven. Een kniebuiging voor de ezel brengt daar nu verandering in: in dit liefdevol gemaakte boek worden Valens’ teksten over kunst en zijn beeldende werk samengebracht.

Ramen lappen
Als schrijver/beeldend kunstenaar werkte Anton Valens tien jaar als thuishulp-A in de thuiszorg, waarover hij zijn tragikomische debuutroman Meester in de hygiëne schreef. Uit het boek is me een geweldige scène bijgebleven waarin de ik-figuur een langwerpig venster van een van zijn cliënten lapt: hierop ‘schilderde ik in sneltreinvaart mijn triptieken, de een na de ander, in vloeiende stijl. Mijn favoriete onderwerp om op het grote raam te lappen was een stil meer. De langzaam klimmende zon weerspiegelde in het water. Een bakstenen muur werd een poreuze rots. Een langsvliegende kraai veranderde in een kraanvogel. Ik noemde het Het meer van mateloos verlangen. Honkoop zag er niets van, en toch was het er, levensgroot vóór haar woonkamer.’

Ja, nou moet je wel
Het zelfportret van Valens dat de cover siert van Een kniebuiging voor de ezel nodigt meteen uit om het boek binnen te komen. Wat je achter de voordeur aantreft is een sprankelende collage van beeld en tekst. Er zijn losjes op thema geordende teksten over onderwerpen als tekenen (‘tekenen is als denken: vrij’), realisme, experimenteren, het portret, het schilderen naar foto’s (‘foto’s krijgen geen slapende benen’), ambitie, het einde (‘niets is definitief voltooid’), en kunstenaars die Valens inspireerden en beïnvloedden. Maar Valens schrijft ook, in zijn lichte, geestige stijl, over de meer intieme en existentiële aspecten van het kunstenaarschap, zoals twijfel (‘nu ligt die verf daar en dan? Ja, nou moet je wel’), offers plengen en grenzen verleggen.

‘Wat is dit voor zinloze oefening?’, schrijft hij ergens. ‘Wat probeer ik te bewijzen, en aan wie? Dit grenst aan een ontzettend diep liefdesverdriet, een onvergetelijk gemis, iets om over te huilen.’ Om dan toch weer ‘karakter te tonen’, lege flessen naar de Albert Heijn te brengen, opnieuw te beginnen, je volmaakt in het heden kunnen bevinden en je schilderij – je schilderen – opnieuw uit te kunnen vinden. ‘Gelukzalige ogenblikken.’

Madre de Dios, ca. 2008. Inkt, houtskool, olieverf, balpen, schildersdoek, visloden en veiligheidsspelden, 115 x 115 cm.

Vrijheid en experiment
In de teksten zijn reproducties opgenomen van werk van Valens, verbonden aan de onderwerpen waarover hij schrijft. Wat opvalt, is de rijkdom aan inspiratiebronnen, de enorme vrijheid van schilderen en liefde voor het experiment. Neem nu Madre de Dios, geïnspireerd op het tropisch regenwoud met zijn diversiteit aan geluiden en vegetatieve vormen in de omgeving van Puerto Maldono, Peru. Het schilderij van houtskool, verf, inkt en balpen (maar je zou het evengoed een tekening kunnen noemen, of ‘een ruimtelijk ding’, aldus Valens), is opgebouwd uit een baklijst, waarbinnen stroken linnen zijn bevestigd die zwaarte krijgen door visloden en met elkaar zijn verbonden door veiligheidsspelden. Het werk is, om met Valens te spreken, ‘het resultaat van een interdisciplinaire gecoördineerde opruimactie’.

Of kijk naar het Zelfportret met boerka – de boerka meegenomen van een reis door Pakistan. Hoe dan, en waarom? Het antwoord staat in dit geweldige boek.

Zelfportret met boerka, 1995. Olieverf op doek, 24 x 18 cm.

Anton Valens, Een kniebuiging voor de ezel. Over tekenen en schilderen werd bezorgd door Suzan Beijer, Tilly Hermans, Sander Steeman, Tascha Tinneveld en Gijsbert van der Wal en verscheen bij Uitgeverij Augustus | Atlas Contact, 2024. De afbeeldingen in de tekst zijn afkomstig uit het boek, fotografie Thuis Quispel en Gijsbert van der Wal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *