Waarschijnlijk was ik een jaar of zes toen juffrouw Van Meerlo vijf vreemde tekeningen maakte in mijn schrift: n-o-d-d-y. Nog voordat ze had uitgelegd wat de bedoeling was, had ik zelf al iets bedacht. Het rondje en de buiken van de d kleurde ik snel in met een rood potlood. Klaar!
Gek genoeg kan ik me van de rest van de les niets meer herinneren.
De volgende scène daarentegen staat me nog haarscherp voor de geest. In mijn handen een boek, met op het omslag een kabouter met een rode bloes aan en een blauwe puntmuts op. Hij heeft rode wangen en aan zijn muts hangt een bel. Boven de kabouter staan vijf vreemde figuren in verschillende kleuren: n-o-d-d-y. Ik hoor een sleutel in het slot, mijn vader komt thuis van zijn kantoor, ik duw hem het boek onder ogen en maak hem deelgenoot van de ontdekking van mijn leven.
n-o-d-d-y. Het zijn geen tekeningen – het zijn letters. Van die letters kun je woorden maken, en van die woorden – een verhaal. noddy. Het is het mooiste dat ik ooit heb gezien.
Dit stukje verscheen in november 2015 in Dit is het mooiste ooit, Maven Publishers, Amsterdam.