Misschien zijn er nooit zoveel honden geschilderd als in de 18de eeuw. Snel naar Rijksmuseum Twenthe om het portret van de familie Strode van William Hogarth (1697 – 1764) te bekijken, een tijdelijk bruikleen van Tate Britain. Het is een zogenaamd conversation piece oftewel een babbelstuk: we zien hoe de geportretteerden gezellig met elkaar aan het kletsen zijn terwijl een bediende thee inschenkt. Kijk goed hoe vreemd de dame in de roze robe haar schoteltje vasthoudt: typisch 18de eeuw! Op de voorgrond twee honden. De ene, met pluimstaart die past bij de pruikentijd, kijkt naar een schoteltje met koekjes. De andere, die mopshond rechts, lijkt daar ook wel zin in te hebben. Zijn blik is wat sip, hij staat op het punt van kwijlen. Op het plaatje hier links kun je het allemaal niet goed zien, want je moet natuurlijk in het museum gaan kijken. Daar vertelde hoofd collecties Paul Knolle me dat die mopshond niet zomaar een mopshond is, maar de hond van Hogarth himself, Trump geheten. De schilder had Trump zo lief dat hij hem verschillende malen heeft vereeuwigd, zelfs in zijn ‘Zelfportret met palet’, ook in het bezit van Tate Britain.
Even googelen op mopshond. Die blijkt een legendarische geschiedenis te hebben. In de 16de eeuw werden de eerste mopshonden door de VOC in Europa geïmporteerd. Met name binnen het huis van Oranje werd de mopshond populair nadat ene Pompey het leven van de Prins van Oranje redde. William III en Mary II namen een mopshond met zich mee toen zij naar Engeland vertrokken om daar in 1688 de troon te bestijgen en de mopshond werd vervolgens snel populair in aristocratische kringen. Hij maakte ook internationaal carrière: Goya schilderde mopshonden in Spanje, en in Italië droegen ze zelfs speciale kleren. Maar de allerleukste blijft Trump, tong uit zijn bek, op het babbelstuk van Hogarth in het Rijksmuseum Twente.
Wie het cultuurnieuws de laatste tijd een beetje heeft gevolgd, weet dat de Raad van Cultuur aan staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft geadviseerd om Rijksmuseum Twenthe met ingang van 2013 geen subsidie meer te geven voor publieksbezoek, maar alleen nog voor beheer en behoud van de collectie. Dat zou betekenen dat het museum een soort kasteel van Doornroosje wordt en dat we ons de komende jaren niet meer kunnen laten verrassen door die prachtige Middeleeuwse getijdenboeken. Of door dat geheimzinnige ‘Panneau décoratif’ van Odile Redon. Of tentoonstellingen waarin we kennis kunnen maken met honden als Trump. Dat laten we natuurlijk niet gebeuren en daarom moet iedereen die dit leest snel vriend worden van www.rijksmuseumtwenthe.nl